Hoe noodhulp aan Jemen een drijfveer voor nog meer oorlog werd

De Vlaamse Sarah Vuylsteke zat elf maanden voor de VN in Jemen en zag dat noodhulp zelden aankomt bij de mensen die het nodig hebben. Wel bij mensen die al beter gekleed gaan dan de donor. En bij de strijdende partijen. ‘Als er in al die jaren 17 miljard naar Jemen is gegaan, hoeveel daarvan hebben zij dan opgestreken?’ 

Noord-Jemen, veiliger is er eigenlijk niet

Je hoort het ook van lokale collega’s: dit is het niet.  Zij wonen daar. Maar naar hen wordt niet geluisterd.

Je kunt eten in Jemen blijven gooien en nog honderd jaar water blijven trucken, maar dat lost de problemen niet op.

Geef niet zomaar gewoon geld aan de autoriteiten. Ons eerste principe is do people no harm. Als jouw hulp de oorlog laat voortduren ga je in tegen je eigen principes. 

 Gewoon miljoenen dollars op de rekening van de Houthi’s, elke maand weer

De Vlaamse Sarah Vuylsteke zat elf maanden (2019) voor het WFP (World Food Program, afdeling van VN) in Jemen als acces coordinator. Daarvoor werkte ze twee jaar in West-Afrika (Sierra-Leone en Liberia) en vier jaar in Oost-Afrika (Zuid-Soedan), onder andere namens Artsen zonder Grenzen. 

Na terugkomst uit Jemen deed Vuylsteke met een team van de Jemenitische denktank Sana’a Center een jaar lag onderzoek naar de effectiviteit van de noodhulp aan Jemen, door drieënzeventig professionals -de helft Jemenitisch- uitvoerig te interviewen.

Vuylsteke concludeert in haar lijvige onderzoeksrapport dat de hulp aan Jemen ineffectief en pervers is. Haar boodschap is niet nieuw. Al in 2008 beschreef Linda Polman de lucratieve hulpindustrie in haar boek De Crisiskaravaan. Eerder dit jaar schreef Fernande van Tets een boek over de perverse kant van hulp in Syrië.

Abumelle spreekt Vuylsteke begin november, in Utrecht. Om contractuele redenen kon ze (nog) niet het achterste van haar tong laten zien. Inmiddels werkt Vuylsteke weer voor AZG.
Bunkerized

”Noodhulp is nooit perfect, maar ik heb nog geen operatie gezien die zo bunkerized is en waar toch die miljoenen gewoon maar ingegooid blijven worden. Medewerkers van de VN zitten in een bunker in Sana’a. Ze komen daar zelden uit en dan alleen in gepantserde auto’s omringd door dure escortes. Je mag echt niks van de VN-security. Je moet zoveel papieren invullen voor zoveel bestuurslagen van zoveel verschillende afdelingen en organisaties en van allemaal een vinkje, dat je voor een excursie eerst tien dagen bezig bent. ”

Veiligheid

”In mijn jaren in Zuid-Soedan heb ik heel vaak bij een checkpoint gestaan met een dronken soldaat. Dat je dacht: ik hoop dat hij zijn hoofd niet verliest. Ik ken genoeg collega’s die daar een geweer op hun hoofd gedrukt hebben gekregen. Dat gaat nooit gebeuren in Noord-Jemen, veiliger is er eigenlijk niet. De Houthi’s (een hogere kaste, sinds 2015 de machthebbers in Noord-Jemen; red.) controleren alles. Collega’s van AzG en het Rode Kruis rijden er gewoon rond in softskincars, waar wij altijd in gepantserde auto’s en met escorte moeten.” 

Houthi’s

”Als accesscoordinator moest ik onze aanwezigheid in het veld vergroten. Ik wilde elke week een locatie bezoeken, dat lukte drie van de vier keer niet. Na negen maanden hebben de Houthi’s mijn visum ingetrokken, vermoedelijk omdat ik te hard pushte om naar al die plaatsen te gaan. Dat was immers mijn taak: rondreizen hoe alles effectief in elkaar zat. Zo zag ik hoe diep de Houthi’s overal zijn ingewrongen. Gaandeweg merkte ik dat ook een van mijn naaste medewerkers zo close was met de Houthi’s dat die zijn werk niet deed. ”

Data

”We leveren hulp veelal op grond van data aangeleverd door de strijdende partijen. Of die data kloppen weten we niet. Dataverzameling in Afghanistan en Syrië is veel betrouwbaarder, dat zou in Jemen heus ook kunnen. In Jemen checken we alleen dat de voedselpakketten uit opslag en naar de uitvoerende partner gaan. Als het daar is aangekomen tekenen wij. Wat er vervolgens mee gebeurt weten we niet.” 

Oorlogseconomie

”De uitvoerende partners verdienen er goed aan. In Noord-Jemen is dat het Ministerie van Onderwijs. Dat zijn de Houthi’s. De onderwijsminister is de broer van opperste leider Abdel Malik al-Houthi. En die betaal je ook nog ‘ns om je distributiepartner te zijn. Gewoon miljoenen dollars op hun rekening, elke maand weer. Natuurlijk helpt dat het regime instandhouden. Als er in zes jaar 17 miljard naar Jemen is gegaan, hoeveel daarvan hebben zij dan opgestreken? Iemand zou die economische analyse moeten doen, hoeveel er jaarlijks naar de oorlogseconomie gaat. ”

Noodhulp

”Wat we wel weten: in Jemen komt de noodhulp niet terecht bij de mensen die het nodig hebben. De meest kwetsbaren -vrouwen, gehandicapten, muhamisheen (een lagere kaste in Jemen; red.) worden niet bereikt, omdat we in die bunker en niet in het veld zitten. Een donor die kwam kijken zei: alle mensen bij die distributie waren beter gekleed dan ikzelf. Dat zijn niet de mensen die voedsel nodig hebben. Nee, was mijn antwoord, maar het is jouw geld, dus wees vrij om het niet te geven. Je hoort het ook van lokale collega’s: dit is het niet. Dat zeggen ze intern, want ze moeten ook overleven. Zij wonen daar. Maar naar hen wordt niet geluisterd.”

Rode lijn

”In Jemen kregen we van andere VN-afdelingen te horen: daar moeten jullie hulp brengen, want dat helpt de onderhandelingen op gang. Dat was een plek met louter militairen. In Jemen zijn we veel meer afgedwaald van onze principes dan in andere landen, inclusief Syrië en Afghanistan. Het zal hier en daar pijnlijk zijn dat terug te draaien, maar door vaker die rode lijn te trekken kunnen we er stapsgewijs verbeteringen tussen duwen. Eenmaal is collectief gezegd: tot hier en niet verder en hebben de Houthi’s toegegeven. Dus het kan wel.” 

Vals narratief

” ‘Grootste humanitaire ramp ter wereld’ heeft heel goed gewerkt maar is een vals narratief. Als ik de ervaringen van collega’s en de harde cijfers naast elkaar zet zie ik dat Zuid-Soedan, Congo, Syrië en Afghanistan erger zijn dan Jemen. Ik begrijp het ook wel: als je eenmaal zo’n programma hebt opgezet kun je dat moeilijk weer afbouwen, kantoren sluiten, mensen ontslaan. Er zijn erg veel mensen bij gebaat om het te houden zoals het is. Ik zeg niet dat nooit noodhulp nodig is. Noodhulp is nu nodig in Marib, waar door de gevechten mensen nu ontheemd raken. Maar gaat het dan zelf doen, zoals AzG en Rode Kruis doen. Geef niet zomaar gewoon geld aan de autoriteiten. Ons eerste principe is do people no harm. Als jouw hulp de oorlog laat voortduren ga je in tegen je eigen principes. ”

Sarah in Hajjah
Ontwikkelingshulp

”Het gaat niet om de ranking. Met vals narratief bedoel ik dat als je blijft roepen over ergste ramp en rand van de afgrond je niet bij het eerlijke narratief komt. Je kunt eten in Jemen blijven gooien en nog honderd jaar water blijven trucken, maar dat lost de problemen niet op.  De noden in Jemen dateren van een hele tijd terug. In Jemen zijn veel gebieden waar al lang geen conflict meer is, waarom geef je daar voedselhulp. Er is daar voedsel, alleen kunnen mensen het niet betalen. Jemen heeft geen voedselprobleem maar een economisch probleem. Ontwikkelingshulp is voor Jemen een veel betere oplossing.”

Lees hier het volledige zevendelige rapport When aid goes Awry

Artikel stond eerder in licht geredigeerde versie in NRCH woensdag 8 dec 2021

Reactie WFP:

WFP takes issues of aid effectiveness very seriously, and we welcome engagement by civil society and all other stakeholders on this important issue. The Sana’a Center is among the world’s leading sources of information and analysis on Yemen. We’ll be reviewing their findings very carefully.

We fully agree with the Sana’a Center that humanitarian aid is not the solution to Yemen’s crisis. Today, the primary driver of people’s needs – including the recurrent risk of famine – is economic collapse, which is itself a result of the war. Humanitarian aid alone can’t solve these problems. As the UN and WFP has been saying in the Security Council and other forums, more economic support right now – even before the war ends – would dramatically improve people’s lives and reduce the need for aid. Of course, a lasting political settlement is ultimately what is needed to end the crisis in Yemen for good.

In the meantime, WFP will keep striving to deliver humanitarian aid to people who need it and to ensure that aid is delivered in line with humanitarian principles. Unfortunately, as we’ve been saying for years, and as this report highlights, doing so is much harder than it should be. There are many reasons for this, including under-funding, insecurity and interference by the parties to the conflict.

As the report points out, the aid operation itself can also always be improved. That is true in Yemen and everywhere else. We all want to see better assessments, more data and a stronger field presence, among other improvements. WFP is working continuously with all stakeholders on these issues.

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie