Woest landje

Montenegro is een weerbarstig en vooral heel rotsig land, met hier en daar heel lieflijke plekjes. Rond de hoge bergen van de Durmitor is het ruim en rustig, langs de grillige kuststrook is het even druk als gezellig. (2094 woorden, tien beelden)

Land achter Gods rug
Montenegro is weerbarstig
We komen Montenegro binnen vanuit Bosnië, en kennelijk zijn we de enigen die dat doen. Het land achter Gods rug, naar de beroemde roman van A. den Doollaard, toont zich direct in zijn volle glorie, wanneer we rechtsaf slaan naar bergmassief Durmitor: Woeste hoogtes, scherpe dieptes, Montenegro is een verticaal land. We draaien honderd rondjes stijf omhoog, alsof we opstijgen met een vliegtuig. Vanuit de autoraampjes zien we de brede rivier beneden ons langzaam veranderen in een klein stroompje. Voorzover we iets zien althans, want de helft van het traject bestaat uit tunneltjes, zodat de gps het contact met de satellieten verliest. De tegenliggers vandaag zijn louter zware vrachtwagens, en dat is wel even slikken op deze smalle bergweggetjes.
1-2
Woest en ledig
Geen handig land voor caravanbezitters
Het zandweggetje slingert zich tussen de vaalgroene bergen door, waarop zich zo nu en dan andere levende wezens vertonen, meestal in de vorm van een kudde schapen. Na tien kilometer onverharde weg doemt ineens een asfalteermachine op. Pas nu begrijpen we waar al die zware vrachtwagens heen moesten, waarvoor we telkens de berm in moesten duiken. Ingewikkeld wordt het wanneer we de asfalteermachine moeten passeren. We doen het toch, geen zin in drie uur omrijden. Dus loodsen we de auto over de resterende meter berm en aanliggende keien langs de gapende diepte rechts en de ons luid aanmoedigende wegwerkers links. Conclusie: Montenegro is prachtig, maar geen land voor mensen die zuinig zijn op hun auto. En al helemaal geen handig land voor caravanbezitters.

img_0034

Tijd voor sterke verhalen
Raki, Montenegrijnse jenever
Gebiologeerd door het landschap arriveren we in Zabljak, dorpje aan de voet van het indrukwekkende Durmitorgebergte. De toppen reiken tot boven de 2500 meter en zijn keurig in een hoefijzer gerangschikt. We strijken neer op de boerencamping van Mina Samsal, die ons met een verplicht glaasje raki, Montenegrijnse jenever, verwelkomt. Bij Mina is het een komen en gaan van mensen uit alle windstreken, die één ding gemeen hebben: een diepe liefde voor kamperen middenin de grillige Montenegrijnse bergen. Overdag op pad, ’s middags terug op de camping: tijd voor sterke verhalen, kaas, worst, tomaat en olijven en nog meer raki.

Mntngr3
Wandelen tot boven de tweeduizend meter
Sneeuwballen gooien
De Durmitor is beschermd natuurgebied en biedt wandelingen voor alle niveaus. De tochten zijn bewegwijzerd, maar niet altijd even duidelijk. Dus blijft het verstandig goed te shoppen in de winkeltjes van Zabljak, voor de beste kaart en het juiste wandelboekje. De eerste dag lopen we het halfuurtje rond Crno Jezero, het zwarte meer. Dikke kikkers springen voor ons uit het water in. Aan de overkant roffelt een Zwarte Specht. Het is heerlijk zonnen op de warme rotsen rond het meer, waar vanaf we als van een duikplank het helderdiepe water induiken. De vissen knabbelen zachtjes aan onze tenen. Dag twee klimmen we drie uur omhoog langs bloemige alpenweiden, naar bergmeertje Jablan Jezero. Het water is hier een stuk kouder, maar nog steeds lekker. Voor ons dan. ”Where are you from, roept een Serviër. Ah, Holland, yes for you this is summer. Because you swim in frozen lakes!” Dag vier lopen we tot ruim boven de tweeduizend meter. Niks zwemmen in bergmeertjes, hier is het sneeuwballen gooien en vooral heel veel van de views genieten. Terug op de camping zien we -zoals we elke avond doen- de zon achter de indrukwekkende rij toppen zakken, met de hoge Bobotov Kuk trots middenin. Onder het genot van welverdiend glaasje en een luid knapperend kampvuur horen we hoe onze gebroken, maar heldhaftige campingburen vandaag de top van de Bobotov Kuk bedwongen hebben.

Mntgr-brug-over-

Een na grootste canyon van de wereld

Kilometer loodrecht omhoog
De trotse rivier Tara staat op de Unescolijst van ’s wereld mooiste werelderfgoed. De rivier heeft door de Montenegrijnse bergen de diepste kloof ter wereld uitgesleten, op de Grand Canyon in Colorado na. Staande op de beroemde brug over de Tara kijken we van boven neer op zwevende roofvogels. Ver daaronder ontwaren we witte schuimkopjes van de snelstromende Tara. Gele en rode stipjes op de rivier verraden de vlotten die de rivier afzakken. Raften is dé manier om de Tarakloof te beleven, zelfs lopend bereik je de rivier zelden, zo stijl zijn de wanden, tot meer dan een kilometer vrijwel loodrecht omhoog. Twee dagen raften is ons te lang en te kostbaar, maar een half dagje gaat best. We hijsen ons in een zwemvest en nestelen ons tussen bergjes proviand, kratjes bier en flink wat flessen wijn en wodka. Onze tijdelijke reisgezellen leggen de volle 96 km van de Tara af, twee dagen tot aan Scepan Polje, aan de grens met Bosnië. Vannacht kamperen op de helft van het traject, daarvoor moeten ze nog wel even geconcentreerd links en rechts peddelen, om de watervallen ongeschonden te passeren. We stappen uit bij wat de kortste rivier ter wereld heet: de Ljutica spuwt 1000 liter diepblauw water per seconde de berg uit, om een schamele 147 meter later in de Tara op te gaan. We drijven verder langs de spectaculair steile rotsen. Waterspreeuwen vliegen het groenblauwe water in en uit.

img_0104

Wegspoelen met Macedonische wijn
Een schaap kost honderdentien euro
Geld blijkt er niet uit de muur te halen in Zabljak, dus moeten we naar Pljevje. De weg voert eerst omlaag en terug omhoog langs prachtige vliegdennen op uitstekende rotspunten. In Pljevlje prikken de moskeetjes de lucht lek. De mooiste is onder restauratie, mannetjes in overal staan hoog op de minaret de muur te stuken. Vanuit een hotel klinkt luide melancholische muziek, het blijft hier tenslotte de Balkan. Een blik naar binnen toont een kringetje mannen met de armen over elkaars schouder, in hun midden een gelukkig bruidspaar. Plots breekt de hemel los en staan we een kwartier lang te schuilen voor hagelstenen als eieren zo groot. Als de zon weer losbreekt vinden we eindelijk de muur waar geld uit komt. Terug in Zabljak heeft campingbaas Mina een schaap aan het spit gespietst, voor een verse buslading Tsjechische mountainbikers. Honderdentien euro, antwoordt Mina, als we hem vragen naar de dagprijs voor een schaap. Mina laat ons een stuk van de lever proeven. Hmmmm, best lekker. Later op de avond halen onze Macedonische buren ons over een stuk van de hersenen te eten. Met enige tegenzin proeven we: zacht en zepig, niet lekker. We mogen het wegspoelen met Macedonische wijn. Wel lekker.

img_0389

We ruiken de zee
Als een Noors fjord
Het weer slaat om, tijd dus om de noordelijke Durmitorbergen in te wisselen voor de zuidelijke Adriatische zee. Via Niksic, een plaatsje dat zijn naam eer aan doet, kronkelen we langzaam de naar de kust. De weg is prachtig -Montenegro lijkt werkelijk niet veel meer dan een even mooie als onherbergzame verzameling rotsen- maar erg opschieten wil het niet. Uiteindelijk kosten de achtentachtig hemelsbrede kilometers naar de kust ons ruim zes uur bochtjes rijden, en nog geen kwart tank benzine. Vlak boven Kotor ruiken we al de zee, en ver beneden ons zien de beroemde baai zich als een Noors Fjord het land inlikken. We dalen de laatste duizend meter af via een weggetje omzoomd door stenen muurtjes en cipressen, een terwijl een oorverdovend krekelconcert door het open dak naar binnen dringt.

img_0429

Op de klif
Droomplekje
Net afgedaald vanuit het uitgestorven achterland van Montenegro schrikken we van de drukte langs de Adriatische kust. Overal auto’s, overal mensen. Voor kampeerders is het hier geen pretje, want voor campings is hier amper ruimte. Als vakantieganger huur je hier een kamer of een appartement, in een van prachtige huizen die tegen de rotsen zijn aangebouwd. De enige weg rond de baai van Kotor is smal en verstopt, de vier kleine campings hier zijn hutjemutje, of ronduit vies. We rijden een uur verder en strijken in het duister neer op een prettig ruime camping bij het keienstrand van Jaz. ‘s Ochtends blijkt ook deze camping een gore boel. We breken op, rijden nog tien kilometer en vinden toch nog een droomplekje op de camping bij Sveti Stefan: een oude olijfboomgaard net boven de zee. We planten de tent op een klif met duizelingwekkende uitzichten en staren urenlang naar de dobberende bootjes op de zee, naar de gouden zonsondergang en vervolgens naar de lichtjes van het tot luxueus hotel verbouwde schiereilandje schuin onder ons. Vlak voordat we te bed gaan schuiven er wat wolken voor de maan die de baai majestueus verlicht. Achter de wolkjes een brede band van zwart, met weerlichten erin. Midden in de nacht schrikken we op van hels kabaal en geselen wind en regen ons tentje op de klif. ‘s Ochtends blijkt alles weer droog en aanwezig.

Mntngr-Hiking

Mondain
De heerlijkste visgerechten
Budva is mondain als Saint Tropez. Veel kortgerokte, hooggehakte dames met grote zonnebrillen, gearmd met stoere mannen met rolexen: de jetset van Belgrado viert hier vakantie. Luxe hotels, ijssalons, casinos. De heerlijkste visgerechten. Overal langs de grillige kust zien we mannetjes langs de weg , met in hun hand een bordje: Sobe, apartmani; kamers te huur. Hoe mooi het hier ook is, we willen nu eerst zwemmen. Met enige moeite vinden we een parkeerplekje bij het strand van Bajalica: een strook keien met daarop duizenden bijeengeharkte Serviërs. Vlak achter het strand is het één groot openbaar toilet, overal drollen en rondwaaiend wc-papier. Andere dagen zoeken we onze plekjes tussen de rotsen buiten de stranden. Die zijn niet altijd even toegankelijk en even makkelijk vindbaar. Wel is het er een stuk rustiger, is de zee er schoner en het onderwaterleven prachtiger. Wel uitkijken voor de zee-egels!

img_0361

Visdiefjes, futen en aalscholvers
Nergens pelikanen
De ochtend begint bewolkt, en we besluiten vandaag ‘ns geen zee en snorkel maar het binnenland in te rijden. We stijgen de duizend meters tot de pas omhoog in dichte mist, tuffen voorzichtig achter een Serviër zonder licht. Achter de pas schijnt de zon als vanouds en na een uurtje rijden komen we bij het Skadarmeer, dat deels in Montenegro en deels in Albanië ligt. Een fors deel van het meer is natuurgebied, met veel watervogels. We laten ons een ‘prachtige cruise langs verlaten kloosters en pelikanen’ verkopen. We zien twee ruines op eilandjes, we zien visdiefjes, futen, aalscholvers en meeuwen, maar we zien nergens pelikanen. Evengoed is het een mooi tochtje. We mogen van de reling af het water is springen. Heerlijk zoet water. Teruggekeerd schuiven we aan bij het visrestaurant, vlak aan het water, waar de zwaluwen mooi overheen scheren. De vis valt helaas wat tegen; de aal is te vet gebakken, de gerookte karper is te zout en de muziek bonkt te hard. Geen fooi vandaag.

Mntngr2

Culturele hoofdstad
Cetinje
We rijden weer een dagje bergop het land in, naar Cetinje ditmaal, een kleine honderd jaar geleden de hoofdstad van Montenegro. We passeren opmerkelijk veel parkeerplaatsen vol auto’s waarvan of de motorkap of achterklep open staat. Later blijken de heuvels van Montenegro een beroemde verkoopplaats van dubieus verkregen occasions elders in Europa. Cetinje ligt vlak onder de berg Lovcen, de berg waaraan Montenegro zijn naam dankt: de zwarte berg. Cetinje herbergt veel Montenegrijnse cultuur en religie. De stad oogt verlaten en ademt iets koloniaals: brede, ruim met bomen omzoomde boulevards met aan weerszijden monumentale gebouwen. We slenteren door de straten, langs oude ambassades, langs het oude presidentiele paleis. De paleiswachten ogen als hun Engelse collega’s van Buckingham Palace, alleen: deze bewegen gewoon, praten zelfs terug. We branden een kaarsje in het met muurschilderingen en iconen behangen oude klooster van Cetinje en genieten van de cultuur, van de rust en de ruimte.

Bezochte campings Montenegro

1. Auto Kamp Mlinski Potok, Pitomine, 84220 Zabljak +381 069497 625. Open van juni tot september. Wandelcamping met 60 plaatsen zonder schaduw op een heuvel van 2 ha. Eigenaar Mina Samsal ontvangt de kampeerders meer dan hartelijk rond een oude boerderij temidden van hooiland. Gezien steile toegangsweg minder geschikt voor caravans. Regelmatige kampvuren. Prachtige uitzichten. Tarief: eenheidsprijs van €3 pppd.

2. Auto-camp Ivan Do, 84220 Zabljak, www.autocamp-ivando.com , +381 86 468 302- 69 041 749 Open van begin juni tot eind augustus. Wandelcamping op heuvel van 2 ha, rond de 60 onbeschaduwde plaatsen, ook voor campers en caravans. Keuken en regenshelter. Tarief: persoon €2, caravan €3,5, auto €1, tent €2, kampeerauto €4, stroom €2, toeristenbelasting €0,5pppd .

3. Autokamp Crvena Glavica, een kilometer voorbij Sveti Stefan richting zuiden. Rechts de weg af bij een wit bord met de campingnaam, tel. +381 086 468-070. Uitgestrekte camping met een zestigtal ruime, beschaduwde plekjes in olijfgaard, met uitzicht op Sveti Stefan. Voorzieningen beperkt. Vijftig meter lopen naar prachtige baaitjes, deels voor naturisten. Tarief: Volwassene €2,5, kind €1, caravan €4, auto €2, tent €3, kampeerauto €5,5, stroom €3, toeristenbelasting €1 pppd.

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie