Natte lappen

Via het hoofd mag de mens de meeste warmte verliezen, in de beleving zijn het toch vaak de gevoelloze handen die ons naar binnen doen snellen. Naast de muts is een goede handschoen daarom een must. Maar wat is een goede handschoen?  (1116 woorden)


Warm en winddicht

Wat een handschoen vooral moet doen is de eigen handwarmte isoleren van de kille buitenwereld. Wol doet dat heel goed en daarom heeft elke textiele grootgrutter wel een bak vol simpele wollen handschoentjes bij de kassa staan. Omdat wol relatief dik en zwaar is, voorzien ontwerpers de betere handschoen tegenwoordig van kunstwol. Een snelle blik in het handschoenenschap van de buitensportwinkel doet je duizelen van de namen die de vele fabrikanten sinds thinsulate en fleece voor hun evenzovele kunstwollen verzonnen hebben. In het algemeen geldt dat hoe beter (en duurder) het kunstwol, hoe dunner (en comfortabeler) de handschoen aanvoelt. Een aparte vermelding waard is outlast, een kunststof uit de ruimtevaarttechnologie. Outlast is voorzien van thermoculen, die warmte opnemen en loslaten wanneer het lichaam daar respectievelijk om vraagt (outlast.com). Testrapporten wijzen op een positief verschil van drie graden, maar handschoenen met outlast zijn nog dun gezaaid. Zwaarder weegt voorlopig nog de winddichtheid van de handschoen, want als de ijskou er doorheen blaast, is er geen warmhouden meer aan. Windstopper en windbloc voeren de lijsten aan, hoewel net als bij kunstwol de vele na-apers ook heel goed voldoen. Test voor aankoop de handschoen op winddichtheid door er even met kracht doorheen te blazen. Een overweging meer dan waard is de aanschaf van zowel een onderhandschoen als een overhandschoen of –want. De dunne onderhandschoen voorziet vooral in isolerend vermogen en kan vaak ook los gedragen worden bij geringe koude. Neemt de koude toe, dan gaat de overhandschoen of want er overheen, waarbij geldt dat wanten stukken warmer zijn dan handschoenen. Een onderhandschoen droogt bovendien veel sneller dan voering van een handschoen. Onderhandschoenen zijn er in allerlei stoffen, van zijde tot powerstretch, al naar gelang de warmtevraag. Droog en stevig
Wanneer er vocht in de handschoen komt, is het gedaan met de warmte, dus moet de handschoen waterdicht zijn. Handschoenontwerpers hebben daar –alweer- een groot arsenaal aan technische buitenlaagjes voor. Favoriet de laatste jaren is het zogenaamde softshell, een verzamelnaam voor soepele, ademende, waterafstotende buitenlaagjes. Softshells zijn minder water– en winddicht dan ondoorlatende hardshells als het befaamde goretex, maar zitten comfortabeler. Bovendien laten softshells het lichaamseigen vocht –zweet!– een stuk beter door. Vooral voor sporters die veel met hun handen doen kan dat belangrijk zijn, want zweethanden worden snel koude handen. Goretex blijft bij de wat ruigere (duur)sporters favoriet, omdat het een stuk waterdichter en steviger is dan soft shells, en toch nog een beetje ademt. Hoewel, bergbeklimmer Ronald Naar heeft weinig geloof in de handschoen met goretex. ”Om vocht te laten ontsnappen is een hoge dampdruk nodig. Volgens mij haal je die niet in een handschoen.” Zelf draagt Naar tijdens de wintersport handschoenen met een buitenkant ”als een zeiljack, want daar komt helemaal niks door.” Naast waterdichtheid is stevigheid voor veel wintersporten belangrijk. Snowboarder Nicolien Sauerbreij heeft jarenlang gesport met handschoenen die de sponsors haar toewierpen, ook al voldeden ze niet en liep ze geregeld met natte lappen rond haar handen. Totdat ze twee geleden haar pols brak. ”Sindsdien ben ik beter op het materiaal gaan letten. Sindsdien draag ik wanten, leren wanten van Ziener. Dat is stevig en voegt zich lekker naar je handen. Binnenin zitten sleufjes voor de vingers. Heerlijk veilig en nooit meer koude handen.”

Pasvorm en slimmigheden
Staande voor het lange rek met handschoenen en wanten zal de twijfel snel toeslaan. Nog voor de eisen aan isolerend en ademend vermogen, water- en winddichtheid en stevigheid komt het aan op pasvorm, zegt Ronald Naar, die dozen vol versleten en afgekeurde handschoenen in zijn kelder heeft staan: ”Laat je niet teveel leiden door verkopers en merknamen, maar kijk met gezond verstand naar wat volgens jezelf echt goed werkt. Let in elk geval goed op de pasvorm. Te strak knelt de bloedsomloop af en dan heb je heel snel koude handen. Belangrijk is ook of de handschoen snel aan en uit kan en geen gehannes vergt, want ook dat levert heel snel koude handen op.” Volgens snowboarder Nicolien Sauerbreij is de beste handschoen de meest simpele handschoen. ”Hoe minder tekst en labels, hoe beter de handschoen. Ook al wordt ik door hen gesponsord, kijk vooral naar de handschoenspecialisten: Ziener, Schneider, Reusch.” En zo zweert mountainbiker Bart Brentjes bij winddichte winterhandschoenen van sponsor Shimano, met een ‘gelpadding aan de palmzijde’ voor het absorberen van de schokken. Gouden tip van Brentjes: ”Zorg dat je polsen goed bedekt zijn. Anders krijg je het toch weer koud.”
Alle handschoenenmerken proberen zich te profileren. Level en Burton als de handschoen voor snowboarders, met verharding op de knokkels. Handschoenen van stokkenfabrikant Leki hebben een slim kliksysteem voor mensen die vaak in de knoop komen met hun skistokken. Er zijn wanten met lekkere sleufjes van binnen (Mammut), er zijn wanten met een losse wijsvinger, er zijn wanten met twee vingers en een duim, voor het schakelen op fiets of motor. Er zijn vingertoploze handschoenen die je als een sigarettenpakje kunt dichtklappen tot wantschoenen (convert mittens van Lowe). En er kan dons in de handschoen (Rab), voor mensen die als michelinmannetjes naar de polen willen trekken.

Kunstwarmte
Voor mensen die niet in eigen warmte kunnen voorzien zijn er externe warmtebronnen; elektrisch verwarmde handschoenen (en ook sloffen) worden gevoed vanuit een vaste accu (auto, motor, scootmobiel), vanuit een draagbare accu of zelfs via de usb-aansluiting van de computer (zie www.thanko.jp). Geschikter voor activiteiten buitenshuis zijn zakjes waarin een mengsel van ijzer, zouten en koolstoffen blootgesteld aan zuurstof overgaan tot langdurige verbranding met als resultaat een soort theezakje dat urenlang lekker warm blijft. Er zijn kleine zakjes voor in de handschoen, grotere zakjes voor in de jaszak, er zijn teenwarmers en zelfs voetwarmers in de vorm van zooltjes. De prijzen variëren van €1 tot €7, de merken zijn Rubytec, Coghlans en Grabber. Vergelijkbaar maar economisch zuiniger in het gebruik zijn zakjes met vloeibaar sodium-acetaat dat bij een exothermisch kristallisatieproces opgeslagen warmte vrijgeeft, zo’n anderhalf uur lang. Omgekeerd kan het zakje in kokend water weer warmte opslaan en hergebruikt worden (Magic Heat, Markill, rond de €8 per paar). Een stuk antieker maar niet minder geschikt is de taschenofen, een flink formaat aansteker die urenlang doorgloeit op (aansteker)-benzine in een elegant roodfluwelen zakje (€7,50). Iets gemakkelijker want kleiner is de taschenofen (€5,95) gevoed door koolstofstaafjes (12 stuks, €3,25). Klimmer Ronald Naar kwalificeert handwarmertjes als spielerei, snowboarder Sauerbreij gelooft in de zakjes, die in de VS en Canada bij skiliften gratis worden uitgedeeld. ”Daar is het soms min 25, dan houd je je handen niet warm zonder hulpmiddelen.”

(Artikel verscheen eerder ook in Volkskrant/aanschaf)

 

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie