Gegoten schoenen

Bij wandelschoenen draait het niet om merk of model maar om pasvorm, want de schoen moet zitten als gegoten. Anders werken ‘ s avonds de lachspieren niet meer en wil je nooit meer wandelen. Plus bruikbare tips en hulpmiddeltjes.
(1138 woorden)

Plat wandelen, stadswandelen, kort wandelen.    Wandelen op het vlakke vereist minder van schoenen, reden dat de verkoper je misschien een lichte, lage schoen (categorie A) van synthetisch materiaal zal aanraden. De zool van zo’n schoen loopt omhoog bij hiel en teen, waardoor je als vanzelf doorrolt bij het lopen: ook wel het ‘ afwikkelen’ genoemd. Nadeel is dat de nadruk van het loopwerk bij de voetspieren terecht komt en dat zijn niet de sterkste spieren van het lichaam.

Wat langer doorwandelen op categorie A-schoenen levert daarom eerder vermoeidheid op, waaruit volgt dat je met deze schoen je eigen vrijheid beperkt. Ander nadeel is ze nauwelijks aanpasbaar of te repareren zijn. Gewone schoenmerken als Ecco wagen zich tegenwoordig ook in deze categorie, vooral sinds het Nordicwalken een vlucht genomen heeft.

Alle zichzelf respecterende wandelschoenmerken hebben zich inmiddels op de lucratieve Nordicwalkenmarkt gestort, met verhoogde hielen en nog flexibeler zolen. Het zijn schoenen die eerder richting renschoenen evolueren dan richting wandelschoenen.

Palladium en Aigle gelden als tropenschoen. Beide bieden goede zolen, enige steun en zijn gemaakt van canvas, dat goed ademt en bovendien nat mag worden. Ze bieden betere bescherming dan sandalen, waarin de voet in feite groot gevaar loopt. Eigenlijk zijn sandalen slechts geschikt voor korte stukjes heen en weer in veilig gebied en niet geschikt voor wandeltochten, ook al zijn ze tegenwoordig meer gesloten dan vroeger en zien ze er vaak erg blits (vet) uit. Een tip: spoel sandalen regelmatig af. Gaan ze toch stinken, sop ze in een verdunning van desinfecterende teatree-olie.

Bergwandelen, langer wandelen.    Wanneer de wandeltocht even wat langer duurt ben je toch al snel beter uit met (half)hoge leren wandelschoenen. Verkopers maken daarbij vaak onderscheid tussen de B,C en D categorie, al naar gelang de stijfheid van de zool.

Soepele (B) zolen ‘wikkelen’ makkelijker af, je rolt als vanzelf door in de volgende stap. Dat klinkt mooi, maar is niet altijd goed, zegt schoendeskundige Brett Ribbons van Bever Zwerfsport te Utrecht, want dan loop je teveel met je zwakkere voetspieren en te weinig met de krachtige spierbundels in bovenbeen en bil. Stijve zolen maken wel gebruik van die spierconcentraties, die voet en schoen niet afwikkelen maar ‘optillen’ naar de volgende stap, wat vooral handig is op ruw en ongelijk terrein, zoals in de bergen.

Minder bekend is dat stijve zolen ook geschikter zijn voor langere tochten, omdat ze de voetspieren ontzien. Tussen B en D liggen vele gradaties stijfheden. Let bij het kiezen niet alleen op zoolstijfheid, ook op de soepelheid van de leren schoen (leest) zelf. Schoenen uit één stuk zijn daarbij steviger –en duurder- dan de schoenen uit meerdere delen, die op hun beurt weer steviger zijn dan synthetische schoenen.

Schoenen voorzien van het waterwerende goretex zijn geschikter voor natte gebieden en voor mensen met koude voeten. Wandelaars die toch al snel warme voeten krijgen doen er verstandig aan bij leer te blijven, omdat goretex minder ademt dan leer. Met al te stijve (D) zolen is het overigens moeilijk wandelen, die zijn letterlijk onbuigzaam omwille van de stijgijzers die er omheen moeten als het op kletteren aankomt.

Accessoires is eigenlijk niet het goede woord, vindt Brett Ribbons, want bij wandelschoenen draait het om pasvorm en daarbij is vaak de hulp van steunzolen, stabilizers, inlegzooltjes en hielslips nodig.

Tachtig procent van zijn klanten heeft een vorm van platvoeten, schat Ribbon, die dat wijt aan de te brede leest van de ‘gewone’ -schoenenindustrie. Om het doorzakken van de voet –en algehele vermoeidheid als gevolg- te vermijden moet in de schoen eerst een vorm van steunzool, anders snoert de wandelaar zijn voeten te strak naar beneden, waarmee de pasvorm tekort gedaan wordt en indirect ook de knieen te zwaar belast worden.

Als een standaard ‘stabilizer’ uit het winkelrek niet voldoet, stuurt Ribbons zijn klanten na schoenaankoop nog door naar een podotherapeut. Soms –bijvoorbeeld ‘ s zomers bij een dunnere sok- moet er bovendien nog een inlegzooltje in, of bij smalle voeten een hielslip. Want, zegt Ribbons, een schoen moet niet lekker zitten, maar als gegoten. Dat is voor elke wandelaar en elke schoen te bereiken. Zit er bijvoorbeeld een vouw in uw neus, dan zit er bovenin teveel ruimte.

Sokken zijn daarbij ook belangrijk. De wandelsok heeft het laatste decennium een gedaanteverwisseling ondergaan tot slimme, naadloze sokken die niet teveel schuiven en rekken. De meeste van deze sokken zijn voorzien van vochtafdrijvende coolmax kunstvezels, een beetje zilver tegen de bacterien en lichte, slijtvaste verstevigingen rond hiel, enkel en tenen. Er zijn winter, voorjaar en zomersokken, al naar gelang de mate van wol en isolerende eigenschappen. Ze kosten meestal wat (vanaf €10), maar je voorkomt er wel blaren en oververmoeide voeten mee. Ook schoenen mogen trouwens van binnen gewassen worden, met een sopje groene zeep. Ribbons:‘’ Als schoenen –voeten- teveel stinken, is er eigenlijk iets niet goed, dan moeten de voeten teveel werken. Dan moet je de oorzaak aanpakken; iets doen aan de pasvorm.’’

Tweede ronde.    Er bestaat geen beste schoen, schoenentests van buitensportbladen hebben dan ook geen zin, zegt ook wandelschoenmaker Paul de Ouden, wiens overvolle werkplaats huist in een smal winkelpandje in Veenendaal –West. Vierhonderd wandelschoenen per week ontvangt Den Ouden – de meeste per post of koerier- om ze op te lappen tot schoenen die nog wandeljááren mee kunnen. Dat zijn zowel Meindls (marktleider) als Hanwags, Lowa’s en de minder bekende merken Scarpa, Garmont en af en toe en Reichl.

Soms zijn ze te vies om aan te pakken, maar altijd te repareren. Een favoriete schoen heeft Den Ouden echt niet, terwijl hij het leer van geheel gereviseerde Meindl Borneo aait. ‘’Ik kan wel zeggen dat dit de beste schoen is, en hij is ook mooi, maar ik weet gewoon dat er voor iedere voet een andere beste schoen is.’’ En als die schoen toch niet het beste is -of gewoon versleten- dan kan die zo in de doos verzonden naar Veenendaal om er alsnog –of weer- de beste van te maken.

Schoenen die te klein gekocht zijn kunnen opgerekt, al is dat een kleine aanslag op de rest van de schoen. Van schoenen die te groot zijn –meestal gaat het om te breed- vult Den Ouden de polstering op precies de juiste plaatsen aan. Zelfs te stijve of soepele binnen- en buitenzolen kunnen vervangen worden om er alsnog een perfecte schoen van te maken. Moderne synthetische schoenen zijn voor Den Ouden niet leuk, want daar valt moeilijk iets aan te repareren. Leer, het moeten wel schoenen van leer zijn.

Via wandelzoekpagina.nl en tweevoeter.nl tips en doorverwijzingen naar de ronkende sites van wandelschoenfabrikanten. Naast de gelauwerde schoenmaker Den Ouden in Veenendaal geldt schoenmaker Cambreur in s-Gravenzande als een gerenommeerd wandelschoenreparatiebedrijf.

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie