Dwars over Corsica

In vijf dagen wandel je van de ene steile naar de andere steile kant, dwars over Corsica. Als beloning krijg je einde middag een glas koel kastanjebier, voordat kloeke herbergiersters je vijf gangen en een brits serveren, tussen je nieuwe Franse wandelvrienden. Toch is het niet meer wat het geweest is, zegt de oude Corsicaan, want de kastanjeboom is ziek.

Gedragen Corsicaans gezang begeleidt de zon bij zijn ondergang achter de hoge dennen van Cartalavonu, hameau bestaande uit drie huizen, net onder bergtop Punta lla Vacca Morta, Zuid-Corsica.

Schaduw strijkt over het terras, een kille wind steekt op en waait het lege bierglas om. De herbergierster schalt over het weemoedige gezang: ‘A table’. Dat blijkt een lange dis, gedekt voor de negen wandelaars van vanavond.

Waardin serveert soep, Corsicaanse ham, een rijke pasta, Corsicaanse kaas en dessert, plus een karaf rode wijn. ‘Médiocre, matig,’ recenseren de Franse disgenoten ongevraagd, wanneer de waardin een nieuwe gang haalt.

De wandelaars lopen de mare-a-mare-sud, een vijfdaagse wandeltocht dwars over Corsica, van oost- naar westkust. Het pad slingert hevig op en neer, want Corsica is ruig en steil.

De route voert door eindeloze eikenbossen, omgewroet door wilde zwijnen en bendes halfwilde zwarte varkentjes. Daalt af langs majestueuze kastanjebomen, eeuwenoude walnootbomen en verlaten akkertjes tot in slaperige dorpjes met koele kerken. Klimt na de boterhammen weer omhoog, naar alpiene weides vol voorjaarsbloemen.

Dagelijkse eindverrassing is een nieuwe gite met kloeke herbergiersters en een koel glas kastanjebier. Corsica ademt castagnu. Kastanjebrood, kastanjeworst, kastanjeham.  Kastanjelikeur, kastanjecake, kastanjepaté, kastanjecrêpes. Alles is castagnu.

Hoe groen Corsica is zie je al bij de voorbereiding, wanneer je met googlemaps inzoemt op het eiland en de beoogde wandelroute: die voert dwars over een donkergroene bonk land. Vanuit de lucht hetzelfde contrast: een donkere massa middenin de helblauwe Middellandse zee.

De start in havenstadje Porto Vecchio is nog omgeven door luxe jachten, toeristische winkeltjes, resorts en pompeuze villa’s, maar al snel is het verdwalen in de maquis; een ondoordringbare strook lage, stekelige stuikachtigen.

Het is afzien, deze eerste klim is meteen de langste en zwaarste van de vijfdaagse. Na maquis volgt eerst een uur kurkeiken, dan een paar uur steeneiken, tot er niets rest dan rotsen met korstmos en stokoude pijnbomen die oorverdovend ruisen in de wind. En tenslotte dat zwaar verdiende glas kastanjebier.

Andere eeuwen overleefden de Corsicanen belegeringen en hongersnoden altijd op kastanjemeel, vandaar de bijnaam: l‘arbre à pain, boom van het brood. Maar deze eeuw kwijnen de bomen weg. ‘Onze kastanjebomen, ze zijn oud en ziek.

Niemand raapt nog kastanjes,’ treurt Annie Filippi, herbergierster van gite numero 3: Les Scopos. Die bezet de bovenverdieping van de lokale brandweerkazerne en biedt wijds uitzicht over geheel Zuid-Corsica; je kunt goed zien waar je gisterochtend nog liep.

Ook Annie voorziet ons van copieuze gangen, voorafgegaan door charcuterie Corse en afgesloten met gerijpte Corsicaanse kaas, een toefje vijgen-tomatenmarmelade, zo verfijnd dat de Franse disgenoten haar uitbundig prijzen.

Dat die produits du terroir nog op tafel komen is dankzij les anciens, de oudjes van Corsica, zegt Annie, tevens burgemeester van Serra di Scopamena. ‘De jongeren, de vrouwen, ze doen niets. Interesseren zich nergens voor. Rapen ook geen kastanjes.’

Om haar woorden kracht bij te zetten zit een groep jonge vrouwen een volgende vroege ochtend breeduit in het cafeetje naast de bakker, aan de Grote Weg door Scopamena. Naast hun stoel een kinderwagen, in hun mondhoek een sigaret.

Korte brede mannen -misschien wel hun mannen- beitelen verderop aan oude granieten waterlopen. Ze knikken zwijgend op de vraag of de taal Corsicaans is, waarin ze hardop lijken te redetwisten boven een oude fontein in restauratie.

‘Corsicanen zijn redelijk gesloten,’ aldus burgemeester Annie. ‘Dat komt door de historische rivaliteit tussen families, tussen dorpen. Je zegt beter niet teveel.’ Ik wil Annie vragen naar de kogelgaten in bordjes die we overal zien, de Corsicaanse maffia en het streven naar onafhankelijkheid, maar Annie is naar huis.

De nieuwe Franse wandelvrienden wuiven alles weg. ‘Mais non,  de Corsicaanse maffia, dat is iets van vroeger. De Corsicaan is door al onze subsidies gepacificeerd.’ 

De kastanjebomen bij het verlaten van het dorp lijken wel een miljoen jaar oud, zo majestueus. Nadere inspectie: mooie dikke knoppen, veel dood hout. Oorzaak: kastanjegalwesp Dryocosmus kuriphilus, via Italië overgewaaid uit China.

De galwesp decimeert al jaren de Corsicaanse kastanjeoogst, maar gelukkig woei uit Italië ook een oplossing over: Torymus sinensis, een sluipwespje dat zich voedt met de eitjes van de galwesp.

Burgemeester Annie toont ons de dozen waarin minieme wespjes zich tegoed doen aan kastanjegalwespeneitjes van vorig jaar. De insectjes zijn te koop voor duizenden euro’s, de burgemeester kweekt liever zelf. ‘Galappels verzamelen is even werk. Maar na twintig dagen kunnen we honderdvijftig nieuwe wespjes loslaten en hun werk laten doen. Onze bomen herstellen, geven weer meer kastanjes.’  

We verlaten Scopomena en zijn castagnus via een lange afdaling langs bloemige paden met geel Corsicaans speenkruid en violette Corsicaanse klokjes. Langs witte hellingen vol reuzelelies.

Een koekoek besluit zich te vertonen, net voordat een jager ons staande houdt om trots zijn vangst te tonen: twee forellen. Pour le diner, uit de rivier beneden.  De jager waarschuwt en passant voor de brug die komen gaat. ‘Gevaarlijk, niet doen. U kunt via de rotsen oversteken.’ De brug blijkt versperd, we springen over rotsen naar de overzijde. 

Daar botsen we op pensionados uit Rome, woonachtig op Sardinie. Ze lopen de mare-a-mare andersom en begrijpen de Corsicanen maar matig. ‘Sardijns versta ik niet, Corsicaans wel. Dat is net Italiaans. Wat ik niet begrijp is dat het toerisme de Corsicanen niet lijkt te interesseren. Overal is alles dicht.’

De restaurantjes in Sainte Lucie de Tallano zijn gelukkig wel open. Polyfoon gezang klinkt ook hier uit vrijwel alle deuren. Ze schenken zelfs vier soorten kastanjebier aan bezwete wandelaars.

Rode wouwen zweven boven het stadje. Aan de rand vinden we gite numero 4, waar ons bekende wandelaars binnendruppelen. De groep blijkt ’s avonds zelfs aangezwollen tot vijftien.

Twee verse herbergiersters serveren soep, Corsicaanse paté, snijbiet met brocciu, Corsicaanse schapenkaas en een stevig dessert. ‘Spinazie!, juicht een Franse wandelaar, die terstond terecht wordt gewezen ‘Op Corsica eten we geen spinazie, op Corsica eten we snijbiet’.

Vroeger, voegt herbergierster mopperend toe, had iedere Corsicaan zijn eigen groententuintje. ‘Langs alle paden die jullie vandaag beliepen lagen moestuinen en akkertjes. Nu is alles overwoekerd door eiken.’

Al dat eikenbos is fijn voor de bendes halfwilde varkentjes die heel Corsica afschuimen. ‘Biensûr zijn die van iemand,’ licht de waardin toe van het pauzecafe halverwege de finale dagetappe. ‘Maar om het leven niet te compliceren laten we ze lekker lopen.’

Boven de bar van onze laatste gite U Fracintu zien we de varkentjes terug in de vorm een lange rij hammen en worsten. Herbergierster Angela serveert ze even later als plakjes coppa, lonzo en figatellu op een plankje hors d’oevre dat onze Franse wandelvrienden lyrisch maakt.

s’ Avonds schuim ik het web af en stuit op een artikel uit Corse Matin, dat verhaalt van een kogelregen op de eigenaar van de gîte van vandaag. Eigenaar wist te ontkomen, een helicoptère bracht hem naar het ziekenhuis in de stad.

‘s Ochtends durf ik herbergierster Angela niet naar het verhaal vragen: er hangt een wat louche taxichauffeur rond. De Fransen menen wel te weten waarom. ‘Hij had vast zijn maffiabelasting niet betaald.’

Kader: Hoe, en wat kost dat

Corsica wemelt van de wandelroutes, met als ruggengraat de beroemde GR 20 (Grande Randonneé) van noord naar zuid. Dwars erop de langeafstandwandelroutes mare-a-mare nord, centre en sud, en de mare et monti sud en nord. De GR20 wordt geroemd als de mooiste van alle Franse GR’s, maar diens hutten zijn vanwege sneeuw en slecht weer pas vanaf half mei geopend. Details vind je op het internet, met name op de onvolprezen website corsica.forhikers.com of corse-randos.com.

Daar vind je ook overnachtingsadressen en hun mailadressen. Reken voor de beschreven vijfdaagse mare-a-mare-sud op €50 tot €80 euro pppn (halfpension, soms in stapelbedden, soms in eigen kamer), maar je kunt alles ook laten organiseren voor het dubbele van de prijs. Verder maak je onder het lopen niet veel kosten. Navigeren is eenvoudig, de routes zijn goed aangegeven en waypoints en routes overal te downloaden.

Op Corsica kom je met de boot vanuit Zuid-Frankrijk of Noord- of Midden-Italië. Sneller en goedkoper is het vliegtuig, Corsica telt meerdere luchthavens en een alternatief is vliegen naar Olbia, Sardinië en met de bus en de sympathieke veerboot naar indrukwekkend Bonifacio, dan is het nog maar een half uurtje met de bus naar het startpunt van de mare-a-mare-sud.

Kader2:
In 2010 werd de Chinese kastanjegalwesp cynips voor het eerst gezien op Corsica. Destijds oogsten de professionele kwekers -een kleine honderd, met name rond de noordoostelijke streek Castagniccia- nog jaarlijks honderd ton kastanjemeel. De door de galwespjes aangetaste bomen produceerden in 2016 nog maar 39 ton. Door de biologische bestrijding met de sluipwesp torymus oogsten de professionele kwekers nu weer steeds meer kastanjes en zijn ook de oude bomen rond de dorpen aan het herstellen. De kastanjeteelt op Corsica is grotendeels biologisch en voorzien van een exclusief AOC-keurmerk, net als de kastanjeteelt in de Ardèche, op het Franse vasteland. 


Verder lezen:
Stukje over de tammekastanjegalwesp in het Nederlands!

Artikelen (in het Frans, maar er is Google) over de lutte contre le cynips:
Website van de lutte contre le cynips, de strijd tegen de kastanjegalwesp
De strijd tegen de kastanjegalwesp heeft succes (2016)
De strijd tegen de kastanjegalwesp wordt vervolgd (2017)
Artikel over de toekomst van de kastanjeteelt (2017)
Over de chataigne Ardechoise

Artikel verscheen eerder (8/6/19) ook licht ingekort in de papieren en digitale NRCH.

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie