Gekookt hout blijft langer goed

De dagen dat hout met gif verduurzaamd mag worden zijn geteld, net als de dagen dat hardhout goedkoop uit de oerbossen geplukt kan worden. Een glorieuze toekomst lijkt daarom weggelegd voor gemodificeerd hout. Het ruikt naar maggi, caramel of azijn. (1161 woorden)


Houtrot, zo heet het. Dat is niet helemaal waar. Hout rot niet, tenzij het nat wordt en niet kan opdrogen. Daarom verduurzamen we hout: palen, balken en planken krijgen een zwart bad creosootolie, of een bruin bad carbolineum. Of het wordt gewolmaniseerd, waarbij groenige wolmanzouten onder druk in het hout worden gebracht. Maar wolmanzouten zijn eigenlijk zware metalen (arseen, chroom, koper) en creosootolie en carbolineum zitten vol giftige pak’s. Dat mag binnenkort niet meer van de minister, want die giftige stoffen komen langzaam maar gestaag terecht in organen en omgeving. Tropisch hardhout wordt tegelijkertijd steeds schaarser en duurder. Het allerbeste hardhout uit de oerbossen is op, of om politiek-ecologische redenen onbereikbaar aan het worden. Er komt allengs meer verantwoord (herplant) FSC-hardhout, maar dat wisselt van kwaliteit en is bijna altijd duurder.

Hard gewerkt wordt daarom aan alternatieven. Veel winst is te halen door het verstandiger aanbrengen van hout. Verreweg het meeste hout hoeft helemaal niet verduurzaamd te worden, zolang (de wind) het maar kan drogen. Slechts tien procent –hout dat onder de grond of in water zit, of te zeer onder invloed staat van het weer- behoeft andere bescherming: bescherming tegen schimmels, bacteriën en beestjes. Dat hout hoeft niet meteen giftig gemaakt te worden, zoals nu gebeurt in de gangbare verduurzaming. Het kan ook worden gemodificeerd. Dat kan op twee manieren: thermische modificatie en chemische modificatie. Bij thermische modificatie wordt hout verhit, waardoor de celstructuur verandert en het (potentiële) vochtgehalte wordt teruggebracht. Bacteriën en schimmels herkennen het hout daarna niet meer als eetbaar, bovendien is het te droog om in te leven. Bijkomend voordeel is de verbeterde dimensiestabiliteit; het hout krimpt, trekt en zwelt veel minder. Chemische modificatie verandert de eigenschappen van hout door de houteigen stoffen verbindingen aan te laten gaan met toe te voegen vreemde stoffen.

Hout bakken is niet nieuw. Jagers en beeldhouwers ‘verduurzaamden’ hun speren en beelden al in de oudheid door ze een tijdlang boven hun kampvuur te houden. Hetzelfde proces -maar dan wetenschappelijk onderbouwd- ondergaat het moderne gebakken hout uit Finland (Modiwood, Stellac) en Frankrijk (New Option Wood): zacht hout gaat urenlang de hete oven in en komt er uit als hout dat lang meegaat en nauwelijks nog ‘werkt’. Nadeel van dit korte, hevige bakproces is de afname van de sterkte van het hout. Gebakken hout breekt en splijt vrij snel, het kan daarom geen constructies dragen. Veel sterker is hout dat voor het bakken eerst gekookt of gestoomd wordt, zoals gebeurt bij het Arnhemse bedrijf Plato. Jaren geleden ontdekten Shell-ingenieurs het ‘platoniseren’ bij toeval. Drie jaar geleden begon ze de marktproductie, om kort daarna failliet te gaan. Reden was het ondoordachte inkoopbeleid. ”Slècht hout kan je niet goédmaken,” zegt de nieuwe directeur Casper van Leusden. Van Leusden leidt de doorstart van Plato, mogelijk gemaakt door nieuwe investeerders. Het nieuwe platohout is wel goed van kwaliteit, zegt Van Leusden, omdat selectiever wordt ingekocht. Ditmaal geen scheuren en gaten door uitgevallen kwasten (noesten), maar strak, gaaf, recht hout.

Toch valt er geregeld nog een plankje uit, zo leert een rondgang door de Plato-loodsen op het monumentale Arnhemse industriegebied de Kleefse Waard. Logisch, het hout krijgt een flinke tik: eerst uren stomen in een reactorvat, vervolgens urenlang bakken in de oven. In een hoek van de loods ligt een berg afgekeurd hout: krom, gespleten, gebroken. Brandt mooi en rustig, vertelt technisch adviseur Willem-Jan Bluyssen, die wel eens wat meeneemt voor zijn vuurkorf. Maar liever toont hij het goedgekeurde hout: stapels geplatoniseerd vuren, grenen, populieren, berken, elzen of Pinus Riadiata, het grenen van het zuidelijk halfrond. Nog wel herkenbaar aan de tekening, niet aan de kleur. Het stoom- en bakproces geeft alle houtsoorten een dofbruine teint en een sterke geur, die soms als caramel, soms als maggi wordt omschreven. Het van oorsprong zachte hout is door het platoniseren opgewaardeerd van duurzaamheidsklasse V naar duurzaamheidsklasse I/II. Dat betekent dat het minimaal vijftien tot vijfentwintig jaar meegaat, onder de zwaarste omstandigheden, bij voortdurend grond-watercontact. Onder minder zware omstandigheden gaat platohout een levenlang mee, voorspellen de testen.

De marktperspectieven van platohout zijn uitstekend, denkt directeur Van Leusden. In Arnhem gaat Plato dit jaar 35.000 kuub hout stomen. Dat is voorzichtig en op halve kracht, maar toch al eentiende van de 350.000 kuub ‘gewoon’ verduurzaamd hout die jaarlijks in Nederland wordt omgezet. Naar gelang de verduurzamingsregels verscherpt worden, zal Plato kunnen uitbreiden. Het liefst, zegt Van Leusden, met fabrieken nabij de productiebossen en energiecentrales, om zo de (milieu)kosten te minimaliseren. Intussen wordt gestudeerd op nieuwe producten. Zo leunt in de hoek van zijn kantoor een platohouten kozijn tegen de muur. Een prototype, legt Van Leusden uit: ”Kozijnen zijn dik, we moeten eerst uitrekenen hoe heet en hoe lang deze houtdikte precies in de reactor moet om dezelfde duurzaamheid en sterkte te krijgen.” De gewone planken en palen van Plato liggen al sinds dit voorjaar in de schappen van de bouwmarkten van Stiho, Oldenboom en Bouwcenter. Platohout vergt wel wat meer werk dan gewoonlijk, zonder voorboren is het risico van splijten te groot. Platohout is relatief duur: ongeveer driemaal de prijs van onbehandeld zachthout, en anderhalf maal de prijs van met gif verduurzaamd hout. De onderhoudskosten daarentegen zijn laag, de milieubelasting evenzeer. Het platohout behoudt overigens niet de donkere kleur. Onbehandeld zal het gaande de jaren verzilveren.
__________

kader:

Ruikt thermisch gemodificeerd hout naar maggi of caramel, chemisch gemodificeerd hout kent legio geuren, al naar gelang de methode van modificatie. Waldemar Homan van het Wageningse onderzoeksinstituut Stichting Hout Research (SHR) haalt een stuk of wat stalen uit een koffertje. Wat meteen opvalt is de blanke kleur en zurige geur. ”Je kan die eigenschappen van het hout versterken die je wil. Wil je het kleurvast maken, wil je het hard maken, wil je het sterk maken, de dimensiestabiliteit verbeteren, alles kan in principe. Tot een duurzaamheid in klasse I” De verst ontwikkelde en meest gebruikte methode is vooralsnog het acetyleren, waarbij het hout met azijnzuurhydride onder vacuümdruk wordt geïmpregneerd. Het lignine en hemi-cellulose in het hout reageert met het azijnzuur en worden ‘hydrofoob’: het hout neemt geen vocht meer op, houtrot kan er niet bij. Een andere staal uit de koffer is getinter, opmerkelijk zwaar en ruikt naar lijnolie: ”Klopt, dit is gemodificeerd met een lijnolieproduct,” zegt Homan, die de introductie van diverse soorten chemisch gemodificeerd hout op korte termijn verwacht. ,,De eerste komt dit najaar op de markt, de anderen zullen snel volgen.”

Dan de hamvraag: Die organismen die de weg kwijt zijn en het hout niet meer aanvallen, kunnen die zich niet aanpassen? Homan twijfelt: ”Dat kan, zal ook wel gebeuren. Maar pas op heel erg lange termijn. Want waarom zouden ze? Ze zullen het gemodificeerde hout laten liggen en het andere, niet gemodificeerde hout opzoeken. Daar liggen de bossen vol mee.”
zie ook:
www.platowood.nl
www.shr.nl

(artikel verscheen eerder ook in NRC Handelsblad/product 2/9/2002)

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie