Het glazen plafond in Jemen

Een recent VN-rapport concludeert dat participatie van vrouwen in de samenleving de sleutel is tot ontwikkeling van de Arabische wereld, maar dat die participatie ver onder de maat blijft. Aan minister Amat Al-Razzaq (1955, portefeuille Arbeid en Sociale zaken) om daar in Jemen wat aan te doen. ‘Het gaat langzaam. Soms te langzaam. Maar u moet zich realiseren dat vrouwen in Jemen pas sinds veertig jaar onderwijs krijgen.’ (1374 woorden)

Volgens de cijfers doen erg weinig vrouwen mee in Jemen. Hoe ziet u zelf de positie van vrouwen in uw land?
De constitutie van Jemen spreekt over mensen, zonder onderscheid. In onze wet bestaat gelijkheid tussen mannen en vrouwen, in alle opzichten, op alle niveaus en in alle facetten van de samenleving. Alleen, de wet is in Jemen niet hetzelfde als de praktijk. De tradities en gewoonten staan de naleving van die wetten in de weg. Daar gaapt een flink gat tussen, dat beseffen we terdege.

womeninyemen (1)
Fetching water, near Attawila, Yemen

Hoe gaat u te werk hij het vergroten van de participatie van vrouwen?
We doen dat via het National Women Comittee (NWC), een overheidsorgaan, en de Yemen Women Union (YWU), een ngo. Beide steunen we financieel, ze functioneren als pressuregroups, zetten overal druk om meer aandacht aan de positie van vrouwen te besteden. Via het NWC hebben we in alle ministeries afdelingen opgezet, women directorates. Zij letten intern op de ontwikkeling en de uitvoering van het beleid. Of plannen wel bijdragen aan het overbruggen van de kloof. Of vrouwen wel genoeg profiteren van de plannen. Dat het ministerie van onderwijs bijvoorbeeld nadruk legt op onderwijs aan meisjes, of aan alfabetiseringscampagnes voor vrouwen.

Waarom niet gewoon méér vrouwen binnen het ministerie?
Die zitten er. Deze directoraten oefenen extra druk uit om de positie van vrouwen te verbeteren. Ze staan soms wat geïsoleerd, reden dat er nu een programma loopt -met steun van Nederland – om hun capaciteiten en invloed te versterken. Er werken overigens ook mannen in die directoraten. Het hoofd bij justitie bijvoorbeeld is een man. Want we moeten de mannen hierin net zo goed betrekken, vind ik.

Ik sprak vanochtend een jonge vrouw die klaagde dat jonge vrouwen zonder begeleiding of toestemming het land niet mogen verlaten voor een studie in het buitenland.
Dat is niet waar. Er bestaat niet zo’n wet. Nogmaals, voor de Jemenitische wet zijn we allen gelijk. Zelf heb ik twintig jaar geleden hetzelfde pad belopen, ik ben diverse keren voor studie naar het buitenland gereisd. Er zijn geen beletselen voor vrouwen die hogerop willen. Als ze wil gaan en de familie steunt haar, dan kan het. Misschien dat haar familie het niet toestaat, dat gebeurt. Daar kan de overheid nog niet ingrijpen.

womeninyemen (2)
Women meets tourist, near Kawkaban, Yemen

Westerse overheden gebruiken het middel van positieve discriminatie, om de deelname van vrouwen in het arbeidsproces te vergroten. Is dat iets dat Jemen ook overweegt?
Op het laatste congres van mijn partij GPC (General Peoples Congres, al veertig jaar de regeringspartij, red.) is een voorstel aangenomen dat 15% van alle overheidsposities bezet moet zijn door vrouwen. De president heeft die ambitie meegenomen in zijn verkiezingstoespraken. Er zit geen datum aan vast, dat niet. Veel zal liggen aan de bewindvoerders, verwacht ik. Zelf neem ik hier zoveel mogelijk vrouwen aan. Mijn collega’s doen dat niet altijd. Toch zijn de resultaten van die ambitie al zichtbaar. Het vorig kabinet had een vrouwelijke minister, in het huidige kabinet zitten we met zijn tweeën. In onze partij GPC zitten vijf vrouwen in de top, dat is meer dan 15%. Er is voor het eerst in de geschiedenis een qadiyya (vrouwelijke opperrechter) benoemd. En binnen het High institute of Justice hebben
we inmiddels vijf vrouwen zitten.

Hoe is uw eigen carrière verlopen? Heeft u veel barrières moeten slechten?
Mijn vader heeft zijn nek voor ons uitgestoken. In een tijd dat reizen voor vrouwen niet vanzelfsprekend was, in 1975, vlak na de revolutie, stuurde hij mijn oudere zusters naar Egypte en de VS om te studeren. Ik heb ook gestudeerd in Egypte. Drie jaar geleden volgde ik met honderd andere vrouwen uit veertien Arabische landen een colloquium in de VS, gericht
op leiderschap. Daar heb ik veel baat bij gehad. Dat heeft er toe bijgedragen dat ik zit waar ik nu zit. De andere vier Jemenitische vrouwen die deelnamen zitten overigens ook op sleutelfuncties. Wij maken deel uit van een groep vrouwen die veel verantwoordelijkheid voelde voor de vrouwenzaak. We hebben succes, al gaat het langzaam. We hebben veel
harder moeten vechten dan onze mannelijke collega-studenten, die gemakkelijk baantjes kregen. Dat steekt natuurlijk. De jongere generatie vrouwen heeft het al veel makkelijker. Wij hebben geleerd geduld te hebben. Zij willen dat alles ineens verandert. Maar dat gaat niet.

ymn-healthworkers photo by Nico ta Laak
Op de verpleegstersopleiding, Dhamar, Yemen (foto Nico te Laak)

Ik hoor hier en daar dat u vooral in het kabinet zit om de schijn op te houden dat vrouwen ook wat te vertellen hebben in Jemen.
Goede vraag. Het is een terugkerende misvatting. Wat kan ik zeggen, anders dat het onwaar is. Een Jemeniet houdt de schijn niet op, dus hoeven we ook geen vrouwen voor de schijn op kabinetsposten te zetten. Wel worden we onder de microscoop gelegd. Ik zal u dit laten zien:
een artikel waarin een krant heeft onderzocht welke ministers het hardst hebben gewerkt in de maand Ramadan. Dat waren ik en mijn vrouwelijke collega van mensenrechten. Dat laat zien dat we erkend en gewaardeerd worden.

Voor het eerst twee vrouwen in het kabinet, hoe valt dat bij de mannelijke ministers?
We voelen ons boven verwachting thuis in het kabinet. We worden gewaardeerd en goed op weg geholpen. Ook omdat wij tweeën zoveel minder ervaring meebrengen en zoveel jonger zijn dan de meeste collega’s. Wat niet onverlet laat dat we hen soms moeten wijzen op het
15% target. Dat zij meer vrouwen moeten aannemen op hun ministeries. Ik zal dat blijven benadrukken.

ymn-healthclinicrada photo by Nico ta Laak
Healthworker toont folder geboortebeperking, Rada’, Yemen (foto Nico te Laak)

Soms krijg ik de indruk dat vrouwenzaken meegenomen worden om de donoren tevreden te houden.
Het lijkt misschien alsof donoren de agenda bepalen. Dat komt doordat die agenda parallel loopt met onze eigen agenda. Je ziet dat op het moment dat donoren komen met gender-programma’s, wij op hetzelfde moment daar behoefte aan hebben. Dan valt alles naadloos in elkaar. Dan is er draagvlak en zijn er kandidaten voor. Zonder draagvlak waren er geen
kandidaten geweest, en zouden we zulke programma’s ook niet overnemen. Ondanks de druk van donoren.

Hoe kunnen donoren bijdragen aan uw strijd?
Doorgaan met zulke zaken agenderen, dat helpt. Waar we vanaf moeten is het donkere beeld van de Jemenitische vrouw, of eigenlijk: van de islamitische vrouw. Daar kunt u ook bij helpen, en de toeristen, door thuis te vertellen dat dat beeld van die vrouw in werkelijkheid minder zwart is dan het wordt geschetst in de westerse media. Graag. in de rijke geschiedenis van Jemen zie je veel vrouwen met macht, denk aan Saba (de roemruchte Queen of Sheba, red.). Daar zijn we enorm trots op. Tegelijkertijd kijken we naar buiten, om te leren van vrouwen elders en hun ervaringen. Aanvankelijk liepen we hier in Jemen voor, ten opzichte van onze buurlanden. Nu zie je dat zij iets harder gaan. Wij hebben dan ook met een grotendeels traditionele en rurale samenleving te maken. U moet zich realiseren dat vrouwen pas sinds veertig jaar onderwijs krijgen in dit land. Dus relatief gaat het harder bij ons.

Alles overziende, vindt u dat het genoeg opschiet?
Ik werk al zoveel jaren aan deze zaak, dan ontwikkel je geduld. Het gaat langzaam. Soms te langzaam. Ik was wat teleurgesteld over het geringe aantal vrouwen dat zich verkiesbaar heeft gesteld bij de afgelopen verkiezingen. Dat is een gemiste kans. Maar al gaat het langzaam,we
moeten rustig onze belangen blijven benadrukken. Langzaam vergroten we onze invloed.

Kadertje cijfers, ui‎t het United Nations Development Report 2006

Jemen staat op gender(vrouwenemancipatie)gebied nog drie plaatsen lager (154) op de UN-lijst dan op grond van ontwikkeling (151)verwacht zou mogen worden. Economisch actief in Jemen is tegen de 30% van de vrouwen. Dat is hoger dan gemiddeld voor Arabische landen (26%), maar een heel stuk lager dan landen met vergelijkbare ontwikkelingsniveau elders in de wereld (62%). Van het hoger en leidinggevend personeel is 4% vrouw, van alle professionals in de economie is 15% vrouw. Onderwijs geniet (primair, secundair, universitair) achtereenvolgens 63%, 21% en 5% van de meisjes. Vrouwen verdienen in Jemen gemiddeld 30% ($396 per jaar) van wat mannen verdienen.

(Interview afgenomen op 26 november 2006 te Sanaa, Jemen, unpublished)

Naschrift: Interview werd niet helemaal -helemaal niet- wat ik ervan verwachtte. De minister toonde zich ministeriabel en liet zich niet in de kaarten kijken. Kwam ook door de trage hersenen, gevolg van een flinke qatsessie de middag en avond tevoren. Interview werd daarom ook niet geplaatst door het tijdschrift Internationale Samenwerking. Wel beleefde ik een genoeglijke middag met Wil Tinnemans, die was toevallig net in Sana´a samen met Jan Banning, voor hun serie over bureaucratie. Jan was niet mee, die rookt(e) geen shisha. Wil beperkte zich trouwens tot de waterpijp, deed ’s avonds niet mee met de qat. Wil overleed plotseling in 2014, veels te vroeg.

WilTinnemans (1)

WilTinnemans (2)

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie