Hoe Saoedi-Arabië langzaam maar gestaag een vrij normaal land wordt

De arbeidsmarkt van Saoedi-Arabië werd altijd gedomineerd door expats, maar transformeert gestaag naar die van een normale economie. Jonge Saoediërs nemen in sneltreinvaart baantjes over van het vreemdelingenlegioen dat Saoedi-Arabië de laatste halve eeuw opbouwde en draaiende houdt. Tot vreugde van de Saoediërs, tot verdriet van de gastarbeider.

In Saoedi-Arabië heeft niemand moeite zijn maandsalaris te noemen. ‘Zevenhonderd riyaal’,  (ongeveer €175), zegt de Bengaalse straatveger die de corniche -boulevard langs de Rode zee- van havenstad Jeddah aanveegt. ‘Twaalfhonderd riyaal (ongeveer €300)’, zegt de chauffeur over de huishoudsters, allemaal uit Nepal, waarvan hij een bus vol uitlaadt, voor een plaspauze bij een wegrestaurant in de buurt van Mekka.

Gedwee stappen ze weer in, op weg naar hun Saoedische families. Huishoudsters kosten die families behalve maandloon, voedsel- en huisvestingskosten slechts honderd riyaal (€25) aan jaarlijkse vergunningskosten. Het legioen schoonmakers uit Bangladesh is sowieso al in overheidsdienst. Schoonmakers en huishoudsters, het zijn de laatste goedkope buitenlanders in Saoedi-Arabië, waar bijna eenderde van de 34 miljoen inwoners werkt als expat of gastarbeider.

Egyptische gastarbeider plukt Saoedische koffie/ foto: Nico te Laak

Voor zowel expat als gastarbeider geldt dat ze steeds meer betalen om te mogen werken in Saoedi-Arabië, dat nu liever de eigen bevolking aan het werk helpt. Hoogopgeleide expats verdienden er nog altijd goed, maar gastarbeiderbaantjes lonen niet altijd meer. ‘Vijftienhonderd riyaal, (bijna €400)’ antwoordt Saleh uit Ibb, Jemen, op de vraag naar zijn maandelijkse inkomsten, als kok en uitbater van een wegrestaurant bij Dahran al-Janub, in het diepe zuiden van Saoedi-Arabië, vlakbij Jemen. ‘Maar daar moet ik ook mijn iqama, mijn werkvergunning van betalen. Dat kost tegenwoordig al drieduizend riyaal (ca €750) per jaar.’ 

Werken wordt duurder, voor niet Saoedies

Werken is Saoedi- Arabië is nog altijd beter dan werken in Jemen, maar het wordt minder lucratief. Onder aanvoering van de beruchte, maar binnenslands nogal populaire kroonprins Mohammed bin Salman (MbS, 38) reguleert het nieuwe Saoedi-Arabië sinds 2017 de arbeidsmarkt in hoge mate, met gestaag oplopende heffingen voor buitenlandse werknemers. Dat is uit noodzaak; er staat een leger jonge Saoediërs te wachten op werk -tweederde van de bevolking is jonger dan prins MbS. Werd de loyaliteit van vorige generaties nog afgekocht met luie, lucratieve overheidsbaantjes, daarvoor zijn de aantallen nu veel te hoog. 

Afghaanse gastarbeiders restaureren Saoedische monumenten (maar hier even lunchen)/ foto: Nico te Laak

Behalve stijgende kosten voor visa en werkvergunningen zet de overheid met Nitaqat– een overzichtelijk stelsel van kleurcodes- werkgevers vrij dwingend aan Saoedisch personeel te werven. De Nederlander Paul van Schaik, HR-manager van het Saoedische zuivelbedrijf Sadafco, krijgt elke nieuwe werkweek op zijn telefoon toegestuurd in welke kleur de overheid zijn bedrijf die week plaatst, volgens de laatste regels. ‘Zondagochtend vroeg. Meestal groen, maar soms ook wat rood. Dan zetten we alle zeilen bij.’ 

Want rood betekent oplopende heffingen, terwijl met groen zakendoen goedkoper, sneller en gemakkelijker gaat, zegt Van Schaiks intermediair naar de overheid, onmisbaar in Saoedi-Arabië. ‘Snellere visa bijvoorbeeld, soms al binnen 24 uur. Als je platinum bent krijg je makkelijker leningen. Allerlei benefits dus,’ aldus de intermediar, die zijn naam niet in de krant wil hebben. ’Tweederde van dit land is jong, die hebben een huis nodig, willen trouwen, daar moeten we voor zorgen. Ze druppelen ons bedrijf binnen. Het zal nooit 100% worden, maar misschien 75%. Net als bij jullie.’

Saoedische vrouwen pakken ijsjes in/ foto: Nico te Laak

Sadafco -drieduizend werknemers, vijftig nationaliteiten- zit inmiddels op 38% Saoedische werknemers, dat was 25% bij Van Schaiks aantreden in 2011. ‘Welkom in Saudi, zei mijn baas destijds, toen ik vroeg: waar zijn de Saoediërs? Toen was het hier statisch, sinds MbS in 2017 aantradt is het in vliegende vaart gegaan.’ Van Schaik heet binnen Sadafco ook wel Mr. Saoedi. ‘Omdat ik een voorstander ben. Vijftig jaar geleden was er niks in dit land, nu zijn we in de fase dat de expats ons genoeg geholpen hebben en we onze eigen broek moeten ophouden.’

Jonge Saoediërs zijn niet lui 

Voor alle overheidsbaantjes en representatieve functies -recepties, concierges, veiligheidspersoneel, toerisme- in de private sector geldt inmiddels dat 100% van het personeel Saoedisch moet zijn. Net als bedienend personeel van de in de Arabische wereld wijdverbreide winkelcentra. In de enorme Mall of Arabia van Jeddah is de transformatie al zo goed als afgerond, zegt bedrijfsleider Ibrahim van Decathlon. ‘Ik neem alleen nog Saoedisch personeel aan. We zijn al die jaren vrijgevig geweest, maar nu hebben we werklozen, dus ik ben het er helemaal mee eens. En jongere Saoediers werken heel graag!’

Saoedische marketeers aan het werk in Sheraton-Jeddah/ foto: Nico te Laak

Ook bij hotelketen Sheraton steeds meer Saoedisch personeel, vertelt de Nederlandse directeur Edwin Wijkhuys, die bij de lancering van Vison 2030 -het langetermijnplan waarvan de regels op de arbeidsmarkt een onderdeel zijn- vooral scepsis zag. ‘Niemand zag het zitten. Hoe gaan we dit doen, ze willen niet, ze komen een week en gaan dan weer weg, zeiden de Saoediërs allemaal zelf. Maar eigenlijk valt het 100% mee.’

Inmiddels zit Sheraton -een kleine driehonderd medewerkers uit alle windstreken- op 42% Saoedisch personeel. ‘Het heeft veel praktische voordelen. Lokaal personeel is iets duurder, maar voor hen hoeven we geen huisvesting en eten te verzorgen. Die gaan gewoon naar huis. Per saldo zijn de kosten ongeveer gelijk. Tijdens de Formule1 hier op de corniche hadden we tijdelijk veel extra personeel nodig. Oproepkrachten kun je onmogelijk in Azië werven, dan is het makkelijker als je in de omgeving kunt rondbellen.’ 

Ook in de keuken tegenwoordig Saoedisch personeel (l)/ foto: Nico te Laak

En zo transformeert de Saoedische arbeidsmarkt in sneltreinvaart naar die van een normale economie. Wijkhuys werkt graag met Saoedisch personeel. ‘Ze werken goed en de jonge generatie is wel altijd op tijd. We hebben nu een enthousiaste Saoedische barista, steeds meer Saoediërs in de keuken. Daarmee krijg je ook meer lokale gerechten op de kaart.’ Er zijn eigenlijk alleen maar voordelen, vindt Wijkhuys. ‘Vrouwen zijn helemaal blij, want die zaten thuis. Nu kunnen ze met hun eigen auto naar hun eigen werk hun eigen inkomen verdienen.’ 

Vrouwen pakken hun kans

Ook Nora Khalid (27) werkt voor het Sheraton, tot grote tevredenheid. Ook van haar familie: ‘Mijn opa vond het eerst niks. Nu hij overal vrouwen ziet werken, nu hij leest en hoort dat het veilig is, is hij er blij mee. Zelfs die oude mannen staan erachter. Het maakt me trots. Schrijf alsjeblieft ook op dat Saoedi-Arabië geen zandbak is? Het is zoveel diverser dan dat. Het is nu ook veel vrijer. Vroeger gingen we vaak naar Marokko -ik ben half Marokkaans- daar voelde ik me vrijer. Dat is vandaag niet meer nodig.’  

Saoedische high potentials in een coffeeshop in Jeddah/ foto: Nico te Laak

Vooral vrouwen stromen de laatste jaren in grote getale de arbeidsmarkt op en maken  daarmee een sprong naar onafhankelijkheid. Een eigen baan geeft vrouwen overal betere papieren, ook op de huwelijksmarkt, beaamt Razan Nasser (27), die in Jeddah werkt bij Unilever.  ‘Nooit gedacht dat mogelijk is wat nu de werkelijkheid is. Maar een huwelijk is geen spelletje, het is voor het leven. Ik heb 150.000 riyaal (ongeveer €35.000) in mezelf geinvesteerd. Dus wat denk jij. Ik zeg niet zomaar ja tegen tegen anyone.’

Ook de Nederlandse Saoedi-Arabië-kenner Paul Aarts noemt de veranderingen significant. ‘Op papier loopt die saoedisatiecampagne al decennia, maar pas de laatste jaren verandert er eindelijk echt wat. Met name voor vouwen, hun arbeidsparticipatie is van 15% naar 25% omhoog geschoten, in een paar jaar.’

Aarts vraagt zich wel af of het voldoende is. Saoedi-Arabië zelf meldt een gestaag dalend werkloosheidcijfer, nu 11% en verder dalend naar 7% in 2030- maar die cijfers worden betwist.  ‘Het is eigenlijk onhaalbaar. De jeugdwerkloosheid is nu al enorm en de absortiemogelijkheden van de economie zijn beperkt. Jonge Saoediërs die de komende jaren met honderdduizenden de arbeidsmarkt op komen -de meesten hoger opgeleid- willen niet barista worden, of Uberchauffeur.’

Hooihandel in Saudi-Arabie is in handen van Soedanezen/ foto: Nico te Laak

Veel van die mensen worden ontevreden, verwacht Aarts: ’Die kunnen niet naar dat een concert van Mariah Carey, laat staan de Formule1. Dus ja, die samenleving transformeert, op sociaal en econoomisch vlak. Niet op politiek vlak, daar gebeurt eerder juist het omgekeerde. Het is evident dat de repressie toeneemt en op een gegeven moment gaat zich dat wreken, al weet niemand hoe zich dat zal manifesteren.’ 

Voor sommige oudere Saoediers ligt het tempo van veranderingen juist nog iets te hoog. Abid al Sharif loopt een rondje in het oude centrum van Jeddah en wil graag zijn mening kwijt: Heel goed dat vrouwen werken. Maar niet in alle beroepen. ’Vrouwen zijn niet voor alles geschikt. Neem nou vrachtwagenchaufeur. Of beroepen in de nacht. Nee, soms wil iemand iets waarvoor je ze moet behoeden. Vrouwen willen uitiendelijk een gezin stichten, daartoe moet je ze in staat stellen. Ik wil ook niet thuiskomen in een leeg huis. Dat is niet goed.’ 

Een leger Bengaalse jongemannen houdt Saudi proper/ foto: Nico te Laak

De Keerzijde

Komt het gesputter van de rap krimpende groep oudere Saoedies voort uit onwennigheid, voor het legioen gastarbeiders met eenvoudiger werk is de keerzijde reëel: baan verliezen en terug naar huis. Saoedische kranten melden wekelijks het aantal mensen -gemiddeld 14.000 per week- dat is uitgezet wegens het verlopen van hun iqama. Volgens formele cijfers zijn sinds 2018 al ruim een miljoen gastarbeiders uit Saoedi-Arabië vertrokken. Tientallen wijken in Jeddah die decennialang onderdak boden aan gastarbeiders werden begin dit jaar al met de grond gelijk gemaakt

Personeel zomaar wegsturen is niet aan de orde, zegt Edwin Wijkhuys van Sheraton: ‘We waarschuwen mensen als het eraan komt, dat die baan gegarandeerd lokaal moet zijn. Iemand op managementsniveau moet daarop anticiperen, net als ik dat zelf moet doen. Dat is anders dan voor de laundrymedewerker. Die helpen we wel.’ Van Schaik: ‘Er zijn veel mensen die al best oud zijn, of wiens medische situatie slecht is. Nu wordt hier het levensonderhoud duurder, en toch blijven ze maar zitten. Dan zegggen we: jouw contract verloopt, je hoeft het niet helemaal uit te zitten. Wij lossen dat heel netjes en sociaal op, zodat zij in hun thuisland van hun pensioen kunnen genieten, samen met hun familie die zij zo lang hebben gemist. Waar ze dat geld altijd maar braaf heenstuurden.’

Vrachtwagenchauffeurs zjn doorgaans Pakistani/ foto: Nico te Laak

Saoedi-Arabië-kenner Paul Aarts haalt zijn wenkbrauwen op bij die positieve verhalen. ‘Er zijn heel wat PR-firma’s actief voor het regime, maar is nog steeds heel veel mis in Saoedi-Arabië. Ondanks recente hervormingen. Sla de rapporten van Human Rights Watch er maar op na; sloppenwijken die nu en masse gesloopt worden. Ethiopiers die in detentiecentra zitten opgesloten, voordat ze massaal gedeporteerd kunnen worden. Er zijn nog zoveel tekortkomingen. Alleen al die honderdduizenden, misschien wel miljoenen housemaids, die vallen buiten de hervormingen. Dat geldt nog steeds als een vorm van moderne slavernij. Veel gastarbeiders in Saoedi-Arabië zijn nog steeds rechteloos.’  

Jemenieten moeten vertrekken, terug naar hun oorlog

Met name voor de honderdduizenden -niemand weet precies hoeveel- Jemenieten die in Saudi-Arabië soms al generaties lang hun brood verdienen is ontslag en de daarop volgende uitzetting een serieus probleem. Voor henzelf, maar vooral ook voor hun familie in Jemen. Uit verschillende studies blijkt dat niet Westerse hulp, maar geld gestuurd vanuit de Jemenitische diaspora het land op de been houdt. Een studie van Sana’a Center uit 2019 schat de overmakingen vanuit Saoedi-Arabië op 10 miljard dollar, bijna tweederde van alle overmakingen naar Jemen. Tesamen vormen die naar schatting 25% van Jemens Bruto Nationaal Product. 

Bouwvakkers in Saudi komen meestal uit India/ foto: Nico te Laak

Ook Jemeniet Mohammed -die uit angst voor de gevolgen zijn achternaam niet bekend wil maken- stuurt maandelijks grote delen van zijn docentensalaris naar Jemen, ook al blijft er steeds minder over. ‘We krijgen steeds meer heffingen en steeds lagere salarissen, terwijl Saoediërs allerlei extraatjes krijgen.’ Volgens onderzoekers maken werkgevers gebruik van de zwakke positie van Jemenieten op de Saoedische arbeidsmarkt. Voor bedrijven geldt een quotum van maximaal 25% Jemenitisch personeel. In sectoren als telefoonwinkels en goud- en zilvermarkt, voorheen gedomineerd door Jemenieten, is het quotum zelfs 0%.

Veel Jemenieten verschuiven door de regels naar illegaliteit en kunnen zich geen misstap veroorloven, op straffe van zware boetes of deportatie. Ook Mohammed ervaart zijn leven in Saoedie-Arabië als discriminatoir: ‘De eisen aan ons gesteld zijn ook hoger. Binnenkort houd ik het voor gezien.’ Hij heeft elders op de wereld een plekje gevonden. ‘Het kost Jemenitische families tienduizenden riyaals om hun vergunningen te betalen. Als dat niet lukt verliezen ze hun verzekering, worden geschorst bij de bank en zijn gedwongen Saoedi-Arabie te verlaten. Maar waarheen?’ 

Net als eerste beeld: Bengaalse schoonmakers op het eennahoogste punt (3015meter) van Saudi/ foto: Nico te Laak

Volgens Jemenitisch onderzoeker Adel Dashela bedreigt de op zich begrijpelijke Saoedische economische politiek zelfs de broze vrede in Jemen. Gerepatrieerde Jemenieten zoeken immers een inkomen, die vinden ze het snelst bij een van de gewapende groeperingen. ‘En dat kan fataal zijn voor wat er nog over is van Jemens sociale weefsel en uiteindelijk zelfs voor de vrede in Jemen.’ Migrant Mohammed vindt ook om een ander reden dat Saoedi-Arabië voor Jemenieten best een uitzondering mag maken. ‘Niemand ontkent de noodzaak van hervormingen, maar veel Jemenieten zijn hier geboren, getrouwd, zijn nog nooit in Jemen geweest. Ze hebben Saoedi-Arabië helpen opbouwen. Ze horen hier, omhels hen!


Mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten
Bericht verscheen eerder in vervlaamste versie op MO*
Een korte versie verscheen (29 maart 2022) in NRCHandelsblad

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie