Journalisten in Jemenitische kerkers; van pagina 19 naar de voorpagina

Veel journalisten zijn er niet meer over in Jemen.  Dat draagt niet bij aan het onderlinge vertrouwen tussen Jemenieten, noch aan Jemens beeld in het buitenland. ‘Het is om te rillen hoe weinig er verschijnt over Jemen, en de kwaliteit ervan. Vaak door mensen die nog nooit in Jemen geweest zijn.’

Trots, was de moeder van Abdullah (33) en Tawfiq al-Mansouri (35), toen de broers hun eerste schreden zetten in de journalistiek. ,,Ze is inmiddels minder blij,’’ vertelt Abdullah, in de kussens van een qatzaal in Ataq, hoofdstad van Shabwa, provincie van Jemen. Daarheen is Abdullah afgereisd vanuit Marib, een uur of negen rijden, om het verhaal van zijn broer te doen. 

Abdullah en zijn familie vluchtten in 2016 naar Marib, broer Tawfiq zit nog in hoofdstad Sana’a, een aantal oorlogsfronten naar het westen. Hoogstwaarschijnlijk in een van de kerkers van de Houthi’s, die het in het belangrijkste deel van Jemen voor het zeggen hebben en daarbij geen tegenspraak dulden. De Houthi’s zijn een kaste van shi’itische schriftgeleerden, die een rebellenleger aanvoeren dat eind 2014 de macht in Jemen overnam.

Dat was ruim drie jaar na de Arabische lente, hoogtijdagen voor journalisten. De nieuwe, conservatieve machthebbers maakten daar snel een einde aan, vertelt Abdullah, plukkend aan zijn takje qat, een milde stimulant waar Jemenieten lange middagen op kauwen terwijl ze uitgebreid de toestand in dorp, stad, Jemen en het buitenland bespreken. ,,Het werd ons telkens heter onder de voeten. Op het laatst spraken we af in hotels, daar was betere wifi en je kon er snel en ongezien weg.’’

Op een slechte dag werd Tawfiq toch opgepakt, tegelijk met een groep andere prominente journalisten. De Houthi’s beschuldigden hen van het verspreiden van valse informatie en heulen met de vijand: in dit geval Saoedie-Arabië. Sindsdien heeft Abdullah zijn broer niet meer gezien. ,,We zijn constant op zoek naar hem, want hij wordt telkens verplaatst. Eenmaal mocht hij ons bellen. Hij klonk zwak, hij heeft allerlei chronische ziektes ontwikkeld in de gevangenis.’’

Abdullah al-Mansouri op het hoteldak, Ataq, Shabwa, Yemem     photo: Sam Tarling / Sana’a Center

Tawfiq wacht al vijf jaar in de kerkers van de Houthis op executie, want hij is ter dood veroordeeld. ,,Dat zou in drie zittingen in de rechtbank gepasseerd zijn, maar niemand weet daar iets van’’, zegt Abdullah, die nog wel als journalist werkt, al gaat er veel tijd zitten in het redden van het leven van zijn broer. Nog drie andere journalisten zitten in een dodencel, net als al-Mansouri berichtten ze kritisch over het schenden van mensenrechten door de Houthi’s, voor diverse media. 

De zeven collega’s die destijds met hen werden opgepakt zijn onlangs vrijgelaten, als onderdeel van een grote gevangenruil tussen de Houthi’s en de verjaagde regering, waarover ze met de VN twee jaar onderhandelden. Abdullah: ,,Oorspronkelijk zaten er geen journalisten tussen, maar de VN dwong de Houthi’s toch een paar journalisten vrij te laten. We hoopten dat Tawfiq er bij zou zitten, maar nee, hij kwam niet de vliegtuigtrap af.’’

Volgens journalistenbond IFJ zijn er het afgelopen decennium 44 journalisten in Jemen gestorven. Nog eens twintig zijn al jaren vermist, een onbekend aantal is gevlucht of heeft de pen neergelegd. Qua persvrijheid staat Jemen 167e op een lijst van 179 landen. Het jaarverslag van Reporters without Borders meldt dit jaar slechts één gestorven journalist in Jemen, waarschijnlijk omdat er nauwelijk journalisten meer over zijn in Jemen. 

Graffitti in Ataq, hoofdstad van Shabwa, provincie van Jemen: Zuidelijke revolutie

Het gebrek aan persvrijheid geldt ook voor gebieden in het oosten en zuiden van Jemen, waar de verjaagde regering van president Hadi nog wel de dienst uitmaakt, maar strijdt tegen separatisten, die een onafhankelijk Zuid-Jemen voorstaan. Fotojournalist Abdullah Bukeir zit in een cel in de provincie Hadramawt, nadat er teveel twittergrappen werden gemaakt over een foto die hij maakte van een doosje tissues met het portret van de regeringsgezinde gouverneur erop. 

In de naburige provincie Shabwa loopt Saleh Mubarak Haqroos (49) op eieren sinds de Emiraats gezinde gouverneur is vervangen door de nieuwe gouverneur Bin Adio, lid van Islah, de Jemenitische tak van de moslimbroeders. ,,Alle mediamensen zijn vervangen door mensen van Islah. Hun baas is iemand zonder enige journalistieke ervaring, maar zijn budget is verachtvoudigd. Alles om de gouverneur te kunnen prijzen’’, aldus een wat zenuwachtige Haqroos, die al weken in huisarrest zit. 

,,Volgens de nieuwe machthebbers zou ik betaald worden door de Emiraten, maar dat is niet waar. Ik ben met niemand, heb geen opinie en werk al twintig jaar als journalist. Dit moest ik jullie komen vertellen, ook al kost het misschien mijn vrijheid,’’ aldus Haqroos.

Wachthuisje bij checkpoint, in dit geval tussen provincies Shabwa en Hadramawt

Bij absentie van onafhankelijke journalistiek is de bevolking van Jemen afhankelijk van dubieuze nieuwsbronnen en sociale media, waar nepnieuws en propaganda welig tieren en de polarisatie flink aanwakkeren, met nog meer conflict en wantrouwen tot gevolg. 

,,Er stroomt veel buitenlands geld het land in, om de verhalen te verdaaien’’, zegt Farea al-Muslimi (30), voorman van de Jemenitische denktank Sana’a Center. ,,Voor de oorlog keken alle mensen naar het nationale nieuws, nu kijkt niemand meer naar vijf verschillende nieuwsen. Maar de mensen weten best wat er aan de hand is, wat een trekpop Hadi is en hoe erg de Houthi’s zijn. Alleen hebben veel mensen de hoop opgegeven. Ik weet zelf ook niemand meer die Jemen uit het moeras kan trekken.’

Bij het zoeken naar alternatieve nieuwsbronnen in het vrijere buitenland helpt het niet dat Jemen steeds slechter aangesloten is op het wereldwijde web, omdat de Houthi’s de winsten van internetbedrijven zodanig afromen dat die moeten sluiten. 

Sowieso zijn buitenlandse journalisten evenmin welkom in Jemen, hooguit embedded en kortstondig. Anonieme lokale bronnen leveren nu de brokstukjes die landenspecialisten buiten Jemen tot een verhaal kneden, zoals journaliste Maggie Michael dat vanuit Egypte doet voor AP en daar vorig jaar een Pulitzer voor ontving. Andere berichtgeving komt vaak van voorlichters van hulporganisaties, maar die beperken zich tot hun eigen focus: ‘s werelds grootste humanitaire ramp.

Voor- en tegengraffitti op gevelreclame gasflessenverkopers, Ataq, Shabwa, Jemen

,,Daarom zit Jemen in het frame van hongersnood en ellende. Alsof dat uit de lucht komt vallen, als een aardbeving of overstroming’’, zegt Farea al-Muslimi. ,,Deze ramp is een gevolg van menselijk handelen. En veel van die mensen komen uit het buitenland. Dat zijn mensen die wapens sturen, die meedoen aan de oorlog.’’ 

Om de berichtgeving over Jemen te verbreden en verdiepen startte al-Muslimi vijf jaar geleden het Sanaa Center, waar vijfentachtig mensen van binnen en buiten Jemen gedetailleerde rapporten produceren, mede dankzij forse financiële steun van de Nederlandse ambassade in Jemen. ,,Nederland heeft een hoog halalgehalte in Jemen. Ze lijken onpartijdig, ook al leveren ze net zo goed wapens aan de Saoedies.’’

Om Jemen beter en vaker in de krant te krijgen organiseert al-Muslimi -voorheen ‘fixer’ voor journalisten- sinds drie jaar persreizen; met een twaalftal westerse journalisten naar een locatie in Jemen. ,,Het is om te rillen hoe weinig er verschijnt over Jemen, en de kwaliteit ervan. Vaak door mensen die nog nooit in Jemen geweest zijn. Dus voorzien we hen van toegang tot Jemen en brengen hen in contact met de juiste mensen. Eigenlijk helpen zij ons, met ons werk de verhalen uit Jemen te vertellen aan de rest van de wereld. ‘’ 

De jongste reis was afgelopen november naar de provincie Shabwa. Feitelijk waren de journalisten -waaronder NRC/MO*– er embedded bij de gouverneur; het basiskamp werd alleen verlaten in gepantserde landcruisers en met boordschutters voorop en achteraan het konvooi. ,,Er zijn natuurlijk tekortkomingen, dat zien we ook wel. Maar dit is wat we kregen’’,  aldus al-Muslimi, vanuit Caïro, nog wat moe. ,,Een lange crisis, qua organisatie, veel zorgen over de veiligheid van de journalisten in een regio die dicht tegen de proxywars aan zit.’’  

Video onder: Farea al-Muslimi leidt journos rond door Habban, Shabwa, Jemen

Maar, zegt al-Muslimi, het was succesvol. ,,We kwamen op de voorpagina van Le Monde, El Pais, LA Times. Mooie verhalen in Spiegel en Zeit. Erg succesvol. Want dat is mijn werk, Jemen uit dat kleine blokje achterin de krant naar de voorpagina te krijgen, liefst met verhalen van gewone Jemenieten.’’

Al-Muslimi’s volgende persreis gaat naar Aden, daarna moet eindelijk hoofdstad Sana’a aan de beurt komen. ,,De Houthi’s hebben al toegestemd, maar de Saoedies en de regering willen geen buitenlandse journalisten in Sana’a, omdat ze denken dat die journalisten alleen de schade van de Saoedische bombardementen laten zien. Nee, laat ze gewoon toe, laat ze rondkijken en verslag doen hoe het leven is onder de Houthi’s.’’

Terug in de qatzaal blijft Adullah al-Masouri gestaag berichtjes rondstrooien over zijn broer, wiens gezondheid dagelijks verder verslechtert. ,,Het gaat echt heel slecht. Hij moet naar een ziekenhuis, anders sterft hij.’’  Erg veel hoop heeft Abdullah niet. ,,Er is veel druk van NGO’s om hem vrij te laten, maar hij is kennelijk waardevol wisselgeld voor de Houthi’s.’’

 

________________

Featurephoto: Abdullah al-Mansouri op de terugweg naar Marib, by Sam Tarling for Sanaa center

Deze reportage verscheen eerder (4jan2021) in NRC Handelsblad
en in Belgie (13jan2021) op MO*

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie