Crisis: best verrijkend

De crisis in de mainstream-economy lijkt op de interim en advies-economie minder impact te hebben dan gevreesd. Al is het beeld divers, lijken interimmers harder getroffen dan consultants en zelfstandigen harder dan collectieven. Toch gloort al het herstel, en groeiden sommigen tijdens de crisis gewoon door.  (2327 woorden)

De vrees was groot. Het scenario zoals dat zich aan de overzijde van de Atlantische oceaan had afgespeeld, zou in 2009 ook hier opgevoerd worden: een diepe economische recessie, met forse bezuinigingen van het bedrijfsleven als gevolg. Met als pijnlijk resultaat voor de mensen die dat bedrijfsleven terzijde staan: veel en veel minder werk.

Bureaus stevig geharnast

Bureaus uit de branche zetten zich eind 2008 al schrap. Rekrutering stopte subiet, nevenvestigingen gingen dicht en op kosten werd extra scherp gelet. Iedereen sneed in het eigen personeelsbestand, al waren de verschillen groot; bij het ene bureau vloeiden er een handvol extra mensen af via natuurlijk verloop, bij de ander moest een op de vijf medewerkers gedwongen naar huis. Iedereen nam verplicht vakantiedagen op, soms op eigen kosten, soms vanuit het in de jaren van hoogconjunctuur verzamelde stuwmeer. De concurrentie nam toe, waarop het ene bedrijf de tarieven verlaagde en het andere er een gratis medewerker bij deed. Iedereen harnaste zich op eigen manier voor wat komen ging.

Wat kwam dat kwam, alleen minder hevig dan verwacht. Gekoppeld aan de tijdige buffering en de strakke verdedigingstactieken, heeft het geleid tot een resultaat dat er bedrijfseconomisch mag zijn: alle bedrijven schreven zwarte cijfers. De aandeelhouders kunnen tevreden zijn, in directiekamers wordt opgelucht adem gehaald, de krimp valt kennelijk reuze mee. Verontwaardigd waren de reacties daarom op het Financieel Dagblad, dat eind april uitpakte met de kop: crisis treft consultants zwaar. Een beeld dat geen recht doet aan de positieve draai die de branche de crisis heeft gegeven, luidt het verwijt. Nog een illustratie: een directeur die spreekt van ‘een lichte omzetdaling’. Doorgevraagd naar een cijfer blijkt het te gaan om een verlies van zeven procent. Een cijfer waar een neutrale toeschouwer best van zal schrikken.

Onderstaande tabel is het resultaat van de aan diverse bedrijven uitgezette vraag: hoeveel mensen moest u vaarwel zeggen, hoever zakte de omzet, heeft u de tarieven verlaagd en heeft u misschien iets anders creatiefs verzonnen. Omdat transparantie in de branche soms nog ver te zoeken is (‘wij rapporteren daar niet over, omdat we daar niet over rapporteren’), kregen we niet overal antwoord op en zijn de cijfers onderling niet even goed vergelijkbaar. Desondanks geeft het een redelijk getrouw beeld van wat er zich in de adviesbranche heeft afgespeeld.

Gevolgen van de recessie voor de adviesbureaus
Bedrijf Omzet % Mensen % Tarieven% Verwachting 2010 (omzet) Creatieve oplossingen
Berenschot consultancy – 7% – 10% Nee 0 Overgebleven vakantiedagen op laten nemen
Twijnstra Consulting – 5 tot -10% nauwelijks Nee 0
Atos Consulting (EU) – 24% niet verstrekt niet verstrekt +
Ordina Unit Consulting – 38% – 20%* niet verstrekt 0
Bakkenist nvt + + 30% nvt ++ 40 %
&Samhoud + + 25% + + 30% + ++
Cap Gemini (EU) – 15% – 11% -10 ++ Tarieven tot 10% verlaagd
McKinsey niet verstrekt niet verstrekt niet verstrekt niet verstrekt
Boertien Training niet verstrekt – 30% Nee stabilisatie
Deloitte Consulting* – 3% – 10% Nee + Extra vakantiedagen verplicht
ROA – 12 tot 15% – 9% Onder druk 0 Divers

*Alle cijfers over 2009, tov 2008. Cijfers Deloitte over afwijkend boekjaar 08/09. Cijfers zijn globaal, als indicatie en opgegeven door bedrijven zelf. McKinsey wil niet meewerken, Cap Gemini en Atos willen alleen Europese cijfers bekendmaken, Ordina wil de omzet wel, maar het personeelsverloop niet opsplitsen naar consultancytak.

 Winnaars en verliezers

Het beeld is divers, maar duidelijk. Er is misschien een handvol bureaus dat de dans is ontsprongen, het leeuwendeel leverde behoorlijk in. Het is een beeld dat wordt bevestigd door de Raad voor Organisatie Advies (ROA), waarin vijfentwintig organisatieadviesbureaus zijn verenigd. ROA voorzitter Rolf Sterk meldt dat zijn leden hun omzet met rond de vijftien procent hebben zien dalen en negen procent van hun mensen vaarwel hebben moeten zeggen, wat neerkomt op een kleine vijfhonderd consultants. Onderlinge verschillen zijn groot, zegt Sterk: ‘Ik ken de cijfers per bureau niet, maar over het algemeen zie je dat gespecialiseerde bureaus die meer in de financials of ICT zitten, of bureaus die meer juniors in dienst hebben dan seniors, het moeilijker hebben gehad. Terwijl de bureaus die meer senioren in dienst hebben en meer verschillende branches bestrijken, minder problemen hebben. Die zwaardere opdrachten blijven kennelijk wel doorlopen.’ Voor het komende jaar verwacht Sterk een stabilisatie, al bestaat de indruk dat de krimp wat langer vat zal hebben op bureaus die werven op non-profit markt. Sterk: ‘Je ziet dat de pofitmarkt nu al aantrekt, terwijl bureaus die werken met de overheid toch met een beetje angst kijken naar wat gaat er gebeuren. Anderzijds, dat is ook een kans: er gaat enorm veel aankomen bij de overheid op het gebied van samenvoeging, van regiovorming en van inkrimpingen; precies de velden die vragen om organisatieadviseurs.’

 Zelfstandigen harder getroffen

De klappen mogen de bureaus zijn meegevallen, dat geldt niet voor de zelfstandigen. Zzp’ers met name, lijken de grootste klappen van de crisis op te (moeten) vangen. Wim Visser, vice voorzitter van de Orde van Organisatiekundigen en Adviseurs (OOA) – waarvan veel zelfstandigen lid zijn- heeft geen harde cijfers, maar weet wel dat er redelijk veel mensen thuis zitten. ‘Dat je thuis zit, hang je natuurlijk niet aan de grote klok, dus dat merken we als samenleving niet meteen. Ik moet wel zeggen dat het een heel gedifferentieerd beeld is. Sommige leden hebben er helemaal geen last van, anderen zoeken meteen naar vastigheid, in de vorm van betaald werk, bijvoorbeeld in het onderwijs.’ Vreemd genoeg lijkt de crisis voor het collectief aan zelfstandigen niet al te veel gevolgen te hebben gehad. Het ledental van de OOA steeg de afgelopen vijf jaar van 1200 naar 1800, en nam vorig jaar niet af. ‘Dat is iets wat je vroeger wel zag. Dat is bijzonder, maar ik heb daar geen verklaring voor. Wat ik wel weet is dat de meeste zelfstandigen een buffer hebben opgebouwd in de goede tijden. Of die groot genoeg is, dat kan ik niet zeggen. Maar langer dan het einde van dit jaar houden de meesten niet uit.’

Interimmers nog harder geraakt

Slechte tijden ook voor de interim-managers, al had het misschien slechter gekund. Waar de Duitse brancheorganisatie AIMP melding maakt van een omzetverlies van tweeëntwintig procent, daar ziet de Hollandse Raad voor Interim Management (RIM) de krimp meevallen. ‘Ik vind het heel link om daar iets over te zeggen,’ zegt RIM-voorzitter Ron Steens, ‘maar ik denk dat we eerder richting tien, dan naar die twintig procent gaan, omdat de non-pofit in 2009 nog behoorlijk goed is doorgelopen. Ik denk wel dat de krimp wat langer aanhoudt, ik zie bijvoorbeeld over het eerste kwartaal van dit jaar ook nog een omzetdaling van tien, vijftien procent.’ Frans van Pinxteren, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Interim Managers (NVIM) -waarbij ruim driehonderd zelfstandige interimmers zijn aangesloten- ziet die twintig procent wel degelijk als hard gegeven. ‘Het is iets waarmee we goed moeten dealen. Er zijn mensen die nog volop in het werk zitten, maar er is een groeiende groep die daar in toenemende mate last van heeft. Het is gewoon lastig om aan een nieuwe opdracht te komen.’ Voor het lopende jaar voorziet Van Pinxteren een krimp van nog eens twintig procent, plus een tariefsdaling van tien procent. ‘We worden dubbel geraakt. Enerzijds bezuinigt de overheid extra op de korte termijn, anderzijds leidt het aantrekken van de marktsector nog niet tot extra interim opdrachten. De meeste van onze leden hebben genoeg buffer om die teruggang op te vangen, maar er is ook een deel dat weer in loondienst gaat. Dat zien we aan de leden die opzeggen. Dat zijn er overigens niet veel, wat iets zegt over de stabiliteit van onze groep.’

Vooruit kijken

Slecht nieuws of niet, de groep interimmers en consultant is geen verzameling mensen die bij de pakken gaat neerzitten. De lege dagen vullen met professionalisering, en vooral goed oppassen geen beunhaas te worden lijken de adagia: Van Pinxteren: ‘Je kunt je ogen niet sluiten voor recessie. Daar moet je creatief mee omgaan. En oppassen dat de opdrachten van vijf dagen, niet ineens weggezet worden in drie dagen. Zorg dat je uitkomt op een dag of vier, anders kan het ten koste gaan van de kwaliteit. Die vijfde dag kun je besteden aan kennisontwikkeling, en vooral ook aan acquisitie, op sociale netwerken als Linkedin bijvoorbeeld, om daar kennis te delen. Wij stimuleren dat als NVIM, want een echte interimmer is ook gewoon geïnteresseerd in zijn vak.’ Ook consultantsvoorzitter Visser geeft liever een positieve draai aan de slappe markt. ‘Je ziet dat de onderlinge concurrentie toeneemt, en dat is niet per se slecht, dat komt de kwaliteit ten goede. Mensen gaan beter nadenken wat ze wel en niet kunnen, mensen gaan zich beter profileren. Je ziet dat zzp’ers en bureaus met duidelijker profielen veel minder last hebben dan de generalisten, de mensen die zeggen dat ze alles kunnen. Je moet niet teveel domeinen willen bedienen, duidelijk aangeven waar je expertise zit. Neem in deze periode de tijd om in jezelf te investeren, ga samen innoveren, maak een elevatorpitch, en toets die aan anderen. En laat je adviseren hoe je dat in de markt zet. Want er zal herstel komen, eind dit jaar, begin volgend jaar. Volhouden, lekker doorgaan dus.’ Van Pinxteren: ‘Gebruik zo’n periode om een opleiding te doen, dat werkt verrijkend. En ga buiten het netwerk van bestaande klanten vissen. Je zult echt zelf er achteraan moeten, niet op de bureaus wachten. Die opdrachten komen echt wel weer terug, ook gezien het verloop in de overheid. Veel mensen gaan er de komende jaren uit. Dat schept kansen.’

Bureaus

En terwijl de zelfstandigen aan zichzelf werken, moeten de collectieven het voor hen opnemen, want al dat talent dat op thuis de bank zit: eeuwig zonde. RIM-voorzitter Steens gaat dat de opdrachtgevers komend jaar zeker onder de neus wrijven. ‘Het zittend management kent dit soort crises niet. Nou, zeg ik: gebruik die interim-manager daarvoor, die wel die beweging kent, die gewend is in zwaar weer te opereren. Er zijn nog genoeg bedrijven die te redden zijn, mits je de juiste persoon inhuurt. Wij als interimbureaus moeten zorgen dat de klant dat besef krijgt.’ En ook de adviesbureaus moeten zorgen dat ze balans houden in hun personeelsopbouw, vindt ROA-voorzitter Rolf Sterk. ‘Het verschilt per bureau, maar je ziet dat er minder mensen uitgaan dan je zou verwachten, gezien het omzetverlies. In zekere zin worden bankzitters dus geaccepteerd. Het is zonde om die veelbelovende jonge adviseurs te laten vertrekken. Zodat als die markt aantrekt, die mensen er wel zijn. Dat is goed. ‘

<Kader>Samhoud

De omzet van Utrechtse adviesbureau &Samhoud groeide de afgelopen jaren twintig tot dertig procent per jaar, vertelt oprichter Salem Samhoud (1960). ‘Dat is een gereguleerde groei, het had ook zo vijftig, zeventig procent kunnen zijn. Maar dat hebben we bewust niet gedaan.’ Het aantal medewerkers steeg gestaag mee naar honderdvijfendertig, waar de website nog rept van honderd. ‘Het gaat hard. Het eerste kwartaal hebben we alweer eenentwintig nieuwe mensen aangenomen. We worden overstelpt met adviseurs van andere bureaus, maar daar nemen we maar weinig van aan. Ze zijn daar weg om een reden, bovendien hebben ze teveel dingen geleerd die we hen moeten afleren. En het zijn vaak mensen die bij winnaars willen horen, en die mensen wil ik niet. Net als interimmers, daar geloof ik niet in. Huursoldaten die dan weer zes maanden hier, dan weer zes maanden daar werken, die maken bedrijven kapot. Ik geloof in loyaliteit. Ik zoek vooral mensen die een balanced lifestyle zoeken, die zoeken naar een balans tussen werk en privé. Onze mensen krijgen persoonlijke aandacht. We zijn echt goed voor onze mensen, en andersom, dat is een wisselwerking. Wij hebben ook een enorm loyale klantenbase, daar selecteren we onze klanten op. Dat is een belangrijk punt. We verbinden ons aan klanten, om echte doorbraken te realiseren, via het inspireren en verbinden van mensen. Als we voor een verzekeringmaatschappij werken hebben we het gevoel de gezondheidszorg in Nederland te kunnen verbeteren, of bij te dragen aan een beter pensioenstelsel. Dat is een diepere drive, die gemeenschappelijke opdracht om iets bij te dragen. En dat uit zich in tevredenheid. Onze klanttvredenheid is afgelopen jaar verder gestegen naar een 8,8. De tevredenheid van onze werknemers ligt op een stabiele 8,5. We zijn al driemaal op rij greatplace to work. We willen het elke dag weer beter doen.

 <Kader> Lily van den Broeke

Lily van den Broeke (1960) is een van de spaarzame interimmers die maar weinig last hebben gehad van de crisis. ‘Klopt. Ik merk dat de collega’s het zwaar hebben. Sommigen zitten nu al meer dan een jaar thuis. Als je dan niet genoeg buffer hebt opgebouwd, dan gaat het hard. Er zitten schrijnende gevallen tussen, mensen die zelfs hun huis hebben moeten verkopen om het hoofd boven water te houden. Zelf heb ik vorig jaar ook drie maanden langer thuis gezeten dan strikt nodig. Maar eigenlijk vond ik dat wel lekker. Ik interim nu dertien jaar, en neem na een opdracht -vaak minimaal een jaar en redelijk heavy, met weken van zestig, zeventig uur- vaak een aantal weken of maanden om even bij te komen, om tijd te kunnen besteden aan het gezin, de sociale contacten en aan studie. Daarna ben ik voldoende bijgetankt om weer aan de slag te gaan. Dat is ook nu weer gelukt. Ik denk dat dat komt omdat ik veel tijd besteed aan netwerken, ook al betekent dat twee avonden per week uithuizig zijn. Het is belangrijk om dat voortdurend te blijven doen, en niet alleen wanneer je iets van iemand nodig hebt. En vooral ook netwerken buiten de kring van interim bureaus en collega interimmers. Ik zie dat er steeds meer andersoortige netwerken ontstaan. Niet meer via de traditionele IM-bureaus, maar diffuser en breder, via netwerksites als linkedin, via alumniverenigingen, besturen, vrouwennetwerken. Ik zie sowieso meer diversiteit, niet alleen de éminences grises, maar meer vervrouwing, meer verjonging een een grotere diversiteit aan opdrachten en klantvragen, naast alleen crisismanagement. De vraag is of de scheidslijn tussen interim-management en advieswerk eigenlijk wel zo scherp is. Ik zie het steeds meer naar elkaar toe schuiven.’
(verscheen eerder ook in M&C, mei 2010)
______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie