In de voetsporen van Abraham

Het Arabisch schiereiland heeft niet bepaald de reputatie van een wandel-eldorado. Toch valt er voor de langeafstandswandelaar veel te genieten. De bergen zijn stijl, de panorama’s weids, de paden eeuwenoud. (1544 woorden)

“Yalla shabaab”, roept Chadi Chajjar, gids en padenmaker van het Lebanon Mountain Trail (LMT) en leidt ons bergdorp Oubayat uit. Dagdoel is het dorp Tachea, twintig kilometers verderop, waar gastheer Abdallah ons tien uren later verwent met een vuurtje en een mezze: een keur aan heerlijke Libanese hapjes.

’s Ochtends kraaien de hanen ons al vroeg wakker, want verder moeten we. Einddoel is dorp Afqa, negen dagetappes naar het zuiden. Daartussen liggen nog 175 kilometer aan kloosters en Romeinse wegen, maar ook een skigebied, een nationaal park en een rits katholieke, falangistische, soennitische en sjiitische dorpjes. En vooral veel bergen, bezaaid met oriëntaalse eiken, kuddes schapen, vogeljagers en natuurlijk de Libanonceder.

Jebel Loubnan, Libanon

Met drie miljoen Amerikaanse ontwikkelingsdollars is in Libanon dit ruim vierhonderd kilometer lange wandelpad uitgezet. Het pad moet de rurale economie steunen, oude looproutes in ere herstellen en de liefde voor de verrassend rijke Libansese natuur bevorderen.

Met die liefde is het nogal bar gesteld, in het strijdvaardige Libanon van vandaag. “Hé, ben je geen Libanees?”, roept een jongeman die vanaf een strategisch heuveltje overtrekkende vinken en leeuweriken uit de lucht schiet. Met een wijds gebaar omarmt hij het prachtig woeste berglandschap rondom: “Wat kom je hier dan doen? Er is hier helemaal niets!”

Dat Libanon een eldorado is voor wandelaars, weet de Libanees Michel Moufarege als geen ander. Al decennia trekt Moufarege met Libanezen en buitenlanders over de vieux sentiers, de oude paden van de Libanese bergen. Behalve wat boeren langs de flanken van de dorpen en nu en dan een herder in het hoogland, kom je er maar weinig mensen tegen, vooral in november.

Moufarege: “Libanezen in de bergen zijn niet gewend aan toeristen. Bovendien is het pad moeilijk te vinden. Daarom heb ik liever dat je een gids meeneemt; die kan je dan meteen alles over onze geschiedenis vertellen.” De eerste vier dagen nemen we braaf een gids mee, de laatste vijf lopen we met de gps. Alles naar tevredenheid, Libanon is een mooi avontuur.

Abrahampad

Voorbij de Libanese bergketen wordt gewerkt aan een nog mooier avontuur: het Abrahampad. Het pad moet een pelgrimsroute worden dat, net zoals de Camino de Santiago in Zuid-Europa, historische en religieuze plaatsen aaneenrijgt.

In dit geval gaat het om de route die aartsvader Abraham liep van Turkije naar Palestina, via Syrië en Jordanië, en met vertakkingen naar Egypte, Irak en Israël. Intercultureel ontmoeten staat nadrukkelijk centraal.

Initiatiefnemer Elias Amidon – een Amerikaan met Griekse en Britse wortels – was jarenlang reisleider. Steeds vaker gidste hij reizen naar het Midden-Oosten, op het laatst zelfs geheel zonder programma, vertelt Amidon tijdens een overvloedige lunch in het Jordaanse dorpje Al Ayoun, pleisterplaats van het Abrahampad. “Met een groep mensen bijvoorbeeld naar Syrië en gewoon met de mensen praten. Vragen. Wat denk je, wat hoop je? Heb je ooit dromen gehad, en wat is daarvan geworden. Dan merk je dat via dit soort kleinschalig gekeuvel een vertrouwensband groeit. En dat is precies wat we met het Abrahampad willen bereiken.”

0174 olijfbomen vallei

Een echt lange-afstandswandelpad is het Abrahampad helaas nog niet helemaal. Er is een idee, er is veel goede wil en er zijn flarden pad. In de Palestijnse Gebieden liggen vijf dagmarsen klaar, in Turkije naar verluidt al zes. In Jordanië bestaat de route nu uit amper drie dagmarsen. Klopt, zegt Daniel Adamson, regionaal coördinator van het Abrahampad later. “Het is een ambitieus project, niet iets dat je zomaar van de grond tilt. Het is eerder een project van generaties dan van jaren.”

Jebel Ajloun, Jordanië

We lopen de Jordaanse etappes, van het Noord-Jordaanse bergdorpje Orjan naar de fiere burcht van Ajloun, het kasteel van kruisvaardersbestrijder Saladin. Dikke druppels najaarsregen wassen het stof van de olijfbomen. Het is vandaag een kilometer of zeventien door dorpjes, over landbouwweggetjes en nieuwe stukjes pad, die nog maar pas geleden zijn uitgezet. De olijfboom overheerst, met de vijg als goede tweede.

“Kijk”, zegt gids Mahmoud ineens, “als je vrouwen zonder hoofddoek ziet, dan zijn het christenen. Dit huis bijvoorbeeld, zullen we daar even thee drinken, dan kan je kennis maken met christenen.” Mahmouds woorden bevallen de gastvrouw maar matig. “Mahmoud, wat zeg je nu. We zijn hier toch allen broeders en zusters? Waarom ben ik nu ineens een christen?”

Geld verdienen is ook een doel van het Abrahampad. De bevolking langs het pad moet van de pelgrims gaan profiteren, zegt Daniel Adamson. “Zodra er een minimale infrastructuur ligt, willen we de deelprojecten eigenlijk zo snel mogelijk overdragen.” Die overdracht is aan mensen als Mahmoud, onze gids. Mensen die gereisd hebben, Engels spreken en intermediair kunnen zijn tussen toerist en gastheer.

Want een van de aantrekkelijkste kanten van het Abrahampad is – net als bij het Libanese LMT – het slapen bij de mensen thuis. Vanavond, met de tweede etappe van zeventien mooie kilometers door de Jordaanse hooglanden in de benen, slapen we bij Aenas, een Jordaanse militair. De salon wordt voor ons vrijgemaakt, de vrouwen verdwijnen schielijk achter dichte deuren. Het eten dat ze daar bereiden is overheerlijk, maar een kans hun daarvoor te bedanken komt er niet. “Weet je”, zegt Mahmoud later, “het is voor hen nog vreemd. Zodra gewenning optreedt, komen ze heus tevoorschijn. Je moet daarvoor geduld hebben.”

Mar Mousa, Syrië

Ach, geduld hebben ze in pleisterplaats Mar Mousa genoeg. Het klooster verdwijnt hoog in een beige bergtop middenin Syrië. Ooit was het een Romeinse wachttoren langs de zijderoute naar India, later werd het een klooster. De Italiaanse Padre Paolo begon in de jaren negentig met het herstel van de ruïne. Nu ontvangen de acht monniken en twee nonnen dagelijks bezoekers die de lange trap naar boven beklimmen, voor ontmoeting, contemplatie en spiritualiteit.

Mar Mousa is kandidaat-pleisterplaats langs de Syrische sectie van het Abrahampad, dat – voorlopig vooral op papier – vijf dagetappes telt. Monnik Daniel brengt de nieuwe gasten thee terwijl de omgeving baadt in monochroom schemerlicht. “Abrahampad? Ik heb er van gehoord, ja”, zegt Daniel wanneer hij ons voorgaat naar een sober kamertje met simpele britsen. Dan galmt de kerkklok en is het tijd voor een uur meditatie in de prachtige kerk, met aansluitend een gebedsdienst in het Arabisch. Vervolgens wordt er gezamenlijk gedineerd. Het past allemaal voorbeeldig in de gedachte van het Abrahampad, want wandelen kan langs de oude karavaansroute immers ook goed.

Ongeevenaard Jemen

Mocht het Abrahamspad een succes worden, dan zouden ze het in Jemen zeker moeten kopiëren. Daar is chaos en armoede al jaren troef. Toch heeft het land een enorm economisch potentieel: wandeltoerisme. Wanneer je Jemen wilt zien zoals God het bedoeld heeft, bezoek dan het Haraazgebergte: hoge bergen, zonnige dagen, koele nachten, prachtige dorpjes, huizen op de raarste pieken en panorama’s alom.

We nestelen ons in het hotel in Al Hajjara, ofwel ‘de rots’, een klein dorpje magnifiek geplakt tegen een van de vele bergtoppen, en maken een ommetje. Rechts naast ons schuift een witte wolk langs, schuin linksonder een diepzwarte, en toch staan we gewoon in de zon. Het scheve land is bezaaid met tomatenakkertjes en kamillepaadjes, waarin we de juiste weg spoedig kwijtraken, want kaarten of wegaanduidingen zijn hier niet. De weg vragen kan, want mensen zijn er altijd. “Salaam aleikum, weet u waar het wandelpad naar Al Hoteib loopt?” Antwoord krijgen is moeilijker: “Daar beneden moet je zijn, daar staan de taxi’s klaar.”

Kawkaban, Yemen

Pensionhouder Yahya in Kawkaban, een stevig ommuurde religieuze enclave op drieduizend meter hoogte, heeft er wat op gevonden. Hij weet wat de wandeltoerist zoekt. Na een klim van vijfhonderd stijle meters vinden we zijn warme pensionnetje en vleien neer op de zachte kussens van zijn mafraj: de ontvangstkamer met nog meer ongelooflijk mooie uitzichten.

Dochter Meriam komt met thee en lekkers aan, Yahya zelf ontsteekt de shisha, de waterpijp. “Kijk”, zegt hij trots en toont ons een prachtige reportage in een Frans reismagazine. We zien dezelfde ontvangstkamer, plus Yahya en zijn dochter. Heel veel heeft het niet mogen baten, oorlog en chaos houdt toeristen ver weg van Jemen, maar Yahya geeft de moed nooit op. Op losse velletjes papier tekent hij wat lijntjes en herkenningspunten als we vragen naar de weg naar het dorp At Tawilla, een flinke dagmars verder naar het oosten. “Morgen om vijf uur opstaan. Dan drinken we eerst echte Jemenitische koffie en zie je de zonsopgang. En dan ga je lopen. Hier is je kaart.”


Praktisch wandelen

Wandelaars die willen trekken over het Arabische schiereiland doen er goed aan eerst hun comforteisen wat terug te schroeven. Daarna wacht hun een onvergetelijke ervaring.

Trekken door Libanon is eenvoudig te regelen via Michel Moufarege van www.libantrek.com. Hij regelt een op maat gesneden wandelreis voor tussen de 60 en 100 dollar per dag, afhankelijk van het gevraagde comfort en de groepsgrootte.

Wandelen in Jordanië regel je via Petramoon, of een van de andere aangesloten reisbureaus van het Abrahampad. Op www.abrahampath.org vind je ook adressen voor het regelen van trektochten door de Palestijnse Gebieden, Israël, Syrië en Zuidoost-Turkije. Het regelen vergt vaak wel enig doorzettingsvermogen.

Mensen die in Syrië willen wandelen, kunnen ook op de bonnefooi vertrekken en plaatselijk informatie inwinnen bij pater Frans van der Lugt van het Jezuïetenklooster in Homs. Of neem een kijkje op www.maseer-frans.com, te vertalen via Google Translate.

In Jemen kun je terecht bij Noman Al Harazi, bereikbaar via www.yementreks.com.

(artikel verscheen eerder ook in Onze Wereld, jan 2010)

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie