Stenen gooien naar een roemruchte trein

De Hedjaz Railway heeft een roemruchte geschiedenis. Aangelegd door de Ottomanen, verwoest door Engelsen, Arabische bedoeïenen en joodse nationalisten en verdeeld onder de nieuwe staten van het Midden Oosten vertelt het spoor het verhaal van het moderne Midden-Oosten. Wie de geschiedenis van het spoor kent, snapt meteen waarom er vandaag de dag nog steeds strijd heerst.   (1199 woorden)  
Damascus, half zeven ’s ochtends. Volgens onbevestigde berichten vertrekt de stoomtrein om zeven uur precies vanaf Al Rabweh station, aan de rand van Damascus. Het treintje zou elke zomerse vrijdag vermoeide Damascenen een uurtje gaans de koele groene bergen in brengen. Taxichauffeur Waleed heeft er een hard hoofd in. Die stoomtrein is er helemaal niet. Kapot. Weg. Verdwenen. Gedwee volgt hij de weg langs de oude rails, zoals de klanten dat willen. Totdat de weg afbuigt en de taxi noodgedwongen over rails en dwarsliggers verder hobbelt. Dan pas geloven we dat de oude lijn verleden tijd is. ‘Wil je een oude trein zien? Voor honderd lira breng ik je erheen,’ zegt Waleed en tuft zijn oude Fiat naar het Hedjaz Railway station, monument van de vorige eeuw, ingekapseld door de niet te stuiten bouwdrift van de nieuwe eeuw.

In Amman hebben we meer succes met onze speurtocht. Het oude Hedjaz station ligt er romantisch bij; knappe oude gebouwtjes, wuivende oleanders, antieke wagonnetjes, een echte rangeerschijf en wel zes oude stoomlocomotieven. In de garage sleutelen monteurs aan het ijzerkolossen van de ‘Robert Stephenson Darlington Works’ en de ‘Forces Usines Fondieres’, diep uit Wallonië. Onder luid gedirigeer rangeren de mannen de locs heen en weer. Zelfs de antieke rangeerschijf doet het gewoon. Dit moet een walhalla zijn voor de treinfanaat.

Het wordt nog beter: de trein vertrekt echt. Weliswaar voortgetrokken door een diesellocomotief, maar toch. Voor een halve dinar nestelen we ons op het balkon, naast schooljongens Samir en Mohammed. ’s Ochtends naar school nemen ze de bus, anders halen ze het volkslied niet. ’s Middags pakken ze liever de trein, omdat die lekkerder zit en bovendien goedkoper is. ‘Wat ook leuk is zijn de stenengooiers. Dat zal je zo wel zien,’ zegt Mohammed, en grijpt vast in zijn jaszak. We kopen een kopje thee bij een meneer die met een thermoskan en wat blikjes fris het restauratiewezen van de rij wagonnetjes op zich heeft genomen.

Om precies vier uur zet de trein zich in een trage beweging. Bewaakte overwegen zijn er niet, dus nadert de trein de vele kruisingen in slakkengang, en hangt de machinist continu aan de fluit. Links en rechts ontstaan files toeterende auto’s. De spoorberm blijkt een grote vuilnisbelt, daarachter passeren de eindeloze woonwijken van ‘greater Amman’. Kindjes stoppen vingers in de oren, of zwaaien naar de trein en zijn passagiers. Dan verschijnen groepjes jongetjes vanachter struikjes, en regent het stenen op de antieke trein. Passagiers op de balkons duiken ineen. Samir en Mohammed gooien terug. Twee meereizende politieagenten roepen ferm vermaningen, zonder resultaat. Een half uur lang nog regent het nu en dan stenen. Tot de trein tot stilstand komt in Zarqa, het Purmerend van Amman.

Zarqa ligt maar twintig kilometer verwijderd van kilometer honderdtweeenzeventig van de Hedjazlijn, de plek waar Lawrence of Arabia een eeuw geleden -in november 1917- zijn laatste rails opblies en daarmee zijn laatste trein deed ontsporen. De hele voorafgaande zomer bestookten de bereden troepen van de Arabische Prins Faisal en de Engelse kolonel T.H. Lawrence de Hedjaz spoorlijn, van Medina tot voorbij Amman. Het bonte, krijgshaftige groepje woestijnruiters hield de Turkse troepen maandenlang bezig. Intussen namen Britse troepen ongestoord bezit van Ottomaans Palestina.

Sultan Abdulhamid zal het zich iets anders hebben voorgesteld. Kosten noch moeite spaarde hij voor wat de laatste stuiptrekking van het eens zo machtige Ottomaanse rijk zou worden. Duizenden Turkse militairen werkten acht jaar lang in loodzware omstandigheden aan de ruim dertienhonderd kilometer lange spoorlijn. Het zou de pelgrimstocht naar Mekka van veertig onbarmhartige dagen door de woestijn, naar een dag of drie op de trein terugbrengen en de Ottomaanse hegemonie over het Midden Oosten bestendigen. Van zover als de VS werden rails en ijzeren dwarsliggers aangevoerd, want hout bleek niet bestand tegen de extreme temperatuurwisselingen van de woestijn. Acht jaar lang functioneerde de trein zoals bedoeld, om daarna alleen nog T.H. Lawrence roem te brengen. Zoals auteur James Nicholson schreef in zijn standaardwerk over de spoorlijn: ‘Zonder de Hedjazspoorlijn zou er nooit een Lawrence of Arabia zijn geweest.’

Onze Syrische vriend Hassan vertelt dat de Syriërs Lawrence nog altijd vervloeken. ‘De trein bracht ons snel en goedkoop tot Mekka. Maar die Lawrence moest het zonodig kapot maken.’ Waarschijnlijk draagt de vloek wel meer wrok in zich mee. Want het einde van de eerste wereldoorlog bleek ook het eind van het legendarische Groot-Syrië. Overwinnaars Frankrijk en Engeland trokken grenzen die allen hun eigenbelang dienden. Syrië werd een betrekkelijk klein landje, wat restte heette voortaan Palestina, Libanon en Jordanië, en later ook nog Israël. Het bleek een goede voedingsbodem voor broederstrijd, landjepik en hele lange oorlogen.

Sindsdien is het vallen en opstaan met de Hedjazlijn. De Palestijnse aftakking naar Haifa is sinds lang verdwenen. De Libanese tak naar Beiroet, over de Libanon en de anti-Libanon, tufte nog een tijd door, maar kwam steeds minder ver. De Hedjazlijn zelf diende voornamelijk het vervoer van fosfaat van de mijnen in Zuid-Jordanië naar Amman. Sinds enige jaren is er weer hoop voor de spoorlijn. Tussen 2005 en 2007 reed de trein tussen Damascus en Amman, totdat er naar verluidt een tank overheen reed. Nu rijdt er het dagelijkse forensenlijntje tussen Amman en Zarqa. En sinds kort rijdt er elke vrijdag een echte stoomtrein drie stations naar het zuiden. Anderhalf nostalgische uren, voor slechts twee dinar.

Terug in Damascus vinden we uiteindelijk toch onze trein. Vlakbij Qadem station -een modern station voor de elektrische trein naar Aleppo, omgeven door haastig gebouwde huizen voor Irakese vluchtelingen. Daar weer achter vinden we de meer dan honderd jaar oude Hedjazwerkplaats. Vorig jaar is de werkplaats officieel verheven tot ‘live-museum of Al Hejaz railway factories’, inclusief stropoppen conducteurs en echte roze kartonnen kaartjes. In de enorme werkplaats slijpen monteurs nog steeds even liefdevol aan onderdelen voor de restauratie van de treinen, op antieke machinerie aangedreven door grote vliegwielen. Tientallen wagonnetjes en locomotieven staan buiten mooi te glimmen. ‘Om half negen, niet om zeven uur, vertrok uw treintje naar de groene heuvels’, zegt Suheil Massar, technieker van het museum, lachend.

En er is meer. Nog drie maanden, zegt Massar, ‘dan vertrekt de stoomtrein naar het zuiden ook weer. Insha-allah. Eerst tot Deraa, aan de grens met Amman, en misschien nog verder oostwaarts naar Bosra.’ Een niveau hoger zijn de toekomstplannen nog veel groter. Turks-Saoedische consortia willen de Hedjazrailway upgraden tot een hogesnelheidslijn van Istanbul tot aan Mekka. Opleverdatum is eind 2012. General manager Abdulhamid van station Amman wil best kwijt dat zijn mensen hard werken om de Jordaanse lijn tot aan Mafraaq -veertig kilometer voorbij Zarqa- uit te breiden. Rails moet uit het asfalt gehakt worden, dat soort werk. Verder weet Abdulhamid dat er plannen zijn voor een nieuw lijntje tussen de luchthaven en Amman. Over de grote plannen voor een nieuwe Hedjaz hogesnelheidslijn, daarover wil hij liever niets zeggen. ‘Dat is politiek, daar begeef ik me niet in.’

(Artikel verscheen eerder ook in TeGastIn, mrt 2010)

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie