Gestrand in Basateen

Handelaars en migranten gebruiken de oude zeeroute tussen Jemen en Somalië al millennia om van Afrika naar Azie te reizen, maar nooit in de mate van vandaag. Tweehonderd vluchtelingen dagelijks spoelen aan langs de ruim duizend kilometer lange kust van Jemen. Vorig jaar steeg het totaal aantal bootvluchtelingen tot net onder de zestigduizend, nauwelijks minder dan het totaal aantal dat jaarlijks strandt op de Zuid-Europese kusten. Alleen ontbeert het straatarme Jemen de middelen om de vluchtelingen hulp, onderdak of een glimpje toekomst te bieden. (1226 woorden, tien beelden)

Ymn-Basateen-youngmen-foto Nico te Laak

De gemiddelde vluchteling is twee maanden voor de bootreis vanuit het gewelddadige Mogadishu in Zuid-Somalië vertrokken naar de relatief rustige havenstad Bossasso in Puntland, Noord-Somalië. Na het boeken van een overtocht voor zeventig dollar zit de vluchteling een etmaal in een overvol scheepje. Sommigen lijden schipbreuk en dobberen nog dagenlang rond, een enkeling zelfs wekenlang. Ruwweg een op de vijftig overleeft de reis niet. De meeste bootvluchtelingen stranden rond het centraal gelegen havenstadje Bir Ali. Vanaf het strand strompelen ze verder, langs de hoofdweg tussen de Zuid-Jemenitische havensteden Aden en Mukalla.

Ymn-Basateen-family-foto Nico te Laak

Vissers en dorpelingen met een UNHCR contractje brengen de vluchtelingen naar een van de achttien lokale verzamelcentra. Van daaruit reizen de vluchtelingen door naar een van de twee transitcentres, gerund door de internationale vluchtelingenorganisatie UNHCR en gecontroleerd door de Jemenitische regering.

Ymn-Basateen-thongs-foto Nico te Laak
Somaliërs-ruim tweederde van alle vluchtelingen – krijgen zonder omhaal de vluchtelingenstatus en kunnen gaan waar ze willen. Een deel reist direct door naar welvarender landen op het Arabisch schiereiland of nog verder, een ander deel verkiest een langer verblijfhet vluchtelingenkamp Al Kharaz of een tijdelijk verblijf in Basateen, een sloppenwijkje aan de rand van havenstad Aden. Niet Somaliërs -Ethiopiërs, Eritreers, andere Afrikanen- krijgen maar moeilijk de vluchtelingenstatus, reden dat tweederde van hen direct onderduikt in een van de Jemenitische steden.

Ymn-Basateen-boy-foto Nico te Laak

Al Kharaz is een traditioneel vluchtelingenkamp, in een vrij desolaat gebied ver weg van alles. Twaalfduizend kwestbare en behoeftige vluchtelingen krijgen er voedsel, onderdak, zorg en veiligheid van de UNHCR. Vrijwel niemand heeft er werk, andere ontplooiingsmogelijkheden zijn er ook niet. In Basateen lijken de omstandigheden meer op een ‘gewone’ sloppenwijk. Er is soms werk, er is wat handel, er is meer vrijheid en er zijn wat mogelijkheden tot ontplooiing. Kinderen kunnen naar school en voor volwassenen zijn er wat beroepscursussen. Vrouwen doen doorgaans huishoudelijk werk in de stad, mannen wassen auto’s of hebben onderbetaalde baantjes in de bouw. In Basateen schommelt het aantal Somaliërs rond de zestienduizend. De meeste van hen bereiden zich voor op de volgende etappe naar hun reisdoel: Saoedi Arabië, Dubai, of zelfs Europa.

Ymn-Basateen-wildsleeper-foto Nico te Laak

Hieronder de concrete toekomstplannen van vijf bewoners van Basateen.

fatima 1534

Foto 1. Fatma Hassan (27) en dochter Saida (10 maanden).
Ik ben gisteravond aangekomen. Mijn oog ziet er misschien raar uit, omdat ze me op de boot hebben geslagen. Ik weet niet waarom. Ik kom uit Mogadishu, ben weduwe en was al dat vechten om me heen zat. Ik zit hier op de hoek te wachten omdat ik mijn zus en haar familie zoek, die zouden hier ook moeten zitten. Vanuit Bossasso heb ik mijn zus gebeld. Die zei: kom maar. Maar nu ben ik haar telefoonnummer verloren op zee, dus kan ik haar niet vinden. Ik wil als huishoudster gaan werken, hier in Aden, of in Sana’a. En als ik wat geld verdiend heb doorreizen naar Saoedi-Arabië, en daar hetzelfde werk doen. Mijn dochter moet wel eten namelijk. Toch, als het vandaag vrede zou worden in Mogadishu zou ik daar morgen weer zijn. Die dag gaat komen, alleen weet ik natuurlijk niet wanneer.

jongen 1 1559

Foto2. Mohammed Ahmad Abdu (21).
Ik heb altijd het ideaal gehad te studeren en daarmee helpen mijn land op te bouwen. Vorig jaar heb ik dat idee definitief opgegeven. Er is helemaal geen veiligheid in Mogadishu. Je kan er niks. Toen ook het laatste beetje handel dat ik had werd gestolen ben ik vertrokken. Ik ben hier nu een maand., maar eerlijk gezegd valt het me zwaar tegen. Er is hier zoveel redtape en gebrek aan hulp. Ik heb een hele degelijk schoolopleiding en wil verder studeren, maar ze helpen je hier niet. Mijn diploma wordt niet eens erkend. Mijn plan is vijf jaar weg te blijven, om geld te verdienen voor de familie thuis. Als ik de kans krijg zal ik verder trekken, maar ik weet: die kans komt niet, dus zal het hier moeten gebeuren. Ik heb me er allang bij neerlegd dat een grauwe toekomst voor me is weggelegd. Iets anders kan niet.

 

vader en zoon 1597

Foto 3. Moussa Ismael Roldi (56) en zoon Jamac (8).
Acht jaar geleden zijn mijn vrouw en drie kinderen omgekomen in Mogadishu. Drie jaar daarna zijn Jamac en ik vertrokken, om een betere toekomst voor hem te zoeken. In de vijf jaar dat we in Jemen zijn hebben we eigenlijk overal al gewoond: In de steden van Jemen, in het Al Kharaz-kamp, nu weer hier in Basateen. Ik heb al vaak media te woord gestaan en mijn klachten over de toestanden in Jemen en wensen over de toekomst geuit, maar dat wordt niet altijd gewaardeerd door de bestuurders van de kampen. Het liefst wil ik resettlement voor mij en Jamac. Ergens in het Westen. Jamac: Ik wil president worden van het land dat me wil ontvangen. Dan kan ik mijn land Somalië beter helpen. Het best is natuurlijk Amerika, dan kan ik echt wat doen. En anders wil ik graag voetballer worden. Liefst bij Barcelona. In de spits.

moeder van vier 1635
Foto 4. Halima Warsame (35).
Twee van deze kinderen zijn van mijzelf. Voor de rest zorg ik als opvangmoeder. De moeder van dit kind is verdronken in zee. De moeder van deze twee is gek geworden. En de moeder van dit kind heeft iemand vermoord en is teruggevlucht naar Somalië. De rest van de kinderen is hier omdat hun moeders werken in de stad. Daar krijg ik geld voor. Tussendoor maken we handelswaar, mooie koffertjes en zo, voor in het winkeltje. Ik ben trots op wat ik hier heb bereikt, tegen de verwachting in. Ik ben hier al sinds 1996, toen is mijn familie vermoord en ben ik gevlucht. Ik ben tweemaal teruggeweest om familieleden te zoeken, maar heb ze nooit gevonden. Nu leef ik voor deze kinderen, en vooral voor mijn zonen. Die moeten veel meer leren dan ze hier kunnen. Dat kan in het westen, het liefst in Holland of Canada. Ik weet niet hoe realistisch die gedachte is. Wat ik wel zeker weet is dat ik overal zal overleven.

jongen 2 1753
Foto 5. Mohammed Yacoub (27).
Ik vertrek morgen naar Saoedi Arabië. Ik heb mijn broer gebeld, hij zegt dat er nu genoeg werk is. Ik heb geld om de smokkelaars te betalen. We reizen met verschillende auto’s en vrachtwagens. Voor de checkpoints stap ik uit, loop er omheen, en een stuk erna stap ik weer in. Uiteindelijk wil ik van Saoedi Arabië weer verder reizen, naar Europa. Kijk, we zien mensen in Somalië terugkomen uit Europa. Die vertellen over de vrijheid, de eerlijkheid, de vrede, de rust. Die wil ik ook. Natuurlijk kan dat. We horen de verhalen over gevaar, van de UNHCR en ander hulporganisaties. Dat ze het afraden, dat er toch geen werk is en dat je geen leven zou hebben. Maar vertel me: als ik met die idioten in Somalië heb kunnen samenleven, waarom zou ik dan niet kunnen slagen in Europa? Wat is er moeilijk aan de keus tussen de zekerheid van alsmaar voortdurende ellende en de onzekerheid tussen geluk en dood?

(Fotoreportage verscheen eerder ook in IS, nu One World)

 

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie