Ad-hoc toerisme

Wie Jemen zegt, zegt kidnappen. Toch keren reizigers steevast veilig en verliefd terug uit het onwaarschijnlijk steile land onderaan het Arabische schiereiland. Ondanks de gebrekkige toeristische infrastructuur. (1187 woorden)

Als een witte raaf staat de vijf eeuwen oude madrassa Amariya middenin een beige zee aan lemen huizen. Niet lang geleden stond de oude religieuze school nog op instorten. Een kleine drie miljoen euro later –de helft uit Nederland- staat de Amariya weer als een kasteel, middenin de oude stad van Rada’a –stoffige provinciestad te Jemen.

Naar de geometrische patronen van de fresco’s in de zes koepels kan je uren staren, als je nek dat zou toestaan. Het pleisterwerk –vanonder dikke lagen gips teruggetoverd- heeft een reliëf zo diep dat ongedierte er een fijn onderkomen vond.

Voor de restauratie van het houtsnijwerk moesten ambachtslieden opnieuw het vak leren, zien we op de fototentoonstelling van het restauratiewerk, met op de achtergrond een belangstellende prins Claus.

Vanaf het dak van de school heb je scherpe doorkijkjes op het ooit nog eens te restaureren pre-islamitische fort, dat verderop boven al het beige uittorent. Pal naast de madrassa een nieuw betonnen huis, om het contrast nog eens lekker aan te zetten.

Alleen komen er veel te weinig mensen kijken naar die contrasten. ”Twee a drie groepen,” antwoordt directeur Yahya Annasiri op de vraag wat er zoal aan bezoek langskomt in zijn gerestaureerde madrassa. Per dag? “Nee, lacht Yahya hartelijk, per maand.” Maar nu moet de directeur toch echt weg; het is drie uur in de middag: hoogste tijd om qat te gaan kauwen met de vrienden.

Je moet immers prioriteiten stellen, en die liggen in Jemen rond het hier en nu. Niet op de toekomst. En al helemaal niet op het verleden. Het land is even steil als vrijgevochten. De Jemeniet zelf is misschien nog wel de grootste attractie, vanwege diens obsessie met de milde drug qat. Het hele land draait de hele dag om qat. Overal die idiote bolle wangen, soms irritant, altijd fascinerend.

Net als Dubai en Oman zoekt Jemen heil in het toerisme als inkomstenbron, nu de olie langzaam opraakt. Kansen genoeg; Zuid-Arabie is één groot openluchtmuseum met een kapitaal aan monumenten in een fotogeniek land.

Hoofdstad Sana’a is een door donorhanden gerestaureerde sprookjesstad. Ver weg, in de geïsoleerde Wadi Hadramawt staan de allerantiekste wolkenkrabbers fier overeind, dankzij de Unesco, die woestijnstad Shibam tot monument van de mensheid restaureerde. De lange Rodezeekust biedt duikers en maritieme liefhebbers alle mogelijkheden, alleen zijn er bijna geen hotels en restaurants voor de toerist.

Hier en daar grijpt een individuele ondernemer zijn kansen, zoals pensionhouder Yahya in bergdorp Kawkaban, middenin het spectaculair bergachtige land tussen woestijn en zee. We staren uit zijn raam naar het onuitputtelijke uitzicht, terwijl Yahya’s kinderen de gasten verwennen met thee en versgebakken honingkoek.

Het land is een walhalla voor wandelliefhebbers, maar kaarten zijn er niet. Dus tekent Yahya de weg telkens uit op een blocnootje, of gaat mee als gids. ‘Morgenochtend wek ik jullie om halfzes. Met een kopje verse koffie, uit de plantages op de Haraaz, de bergketen verderop. Dan gaan we eerst de zon zien opkomen. En daarna wandelen we over de klif naar het volgende dorp.’

Jemens grootste touroperator Universal wil de gebrekkige toeristische infrastructuur graag aanpakken. Aan de rand van de oude stad van Sanaa–de meeste toeristen moeten nu nog heen en weer naar vijfsterrenkolossen buiten de stad- heeft Universal zes oude panden opgekocht om bezoekers dichterbij de sprookjesstad te ontvangen.

In het grootste huis –omvang tweemaal een kasteel- woonde vroeger de schatbewaarder van de Imam. De lommerrijke tuinen rond het complex zijn de laatste stadstuinen van oud Sana’a. De enige aangeklede kamer straalt coleur locale uit, wijst Jamal Omar, algemeen directeur van Universal, ons op de gekrulde glas-in-loodraampjes en het traditioneel meubilair. ‘Alles laten we lokaal maken. Dat is immers onze business, Jemen laten zien. Bovendien profiteren de ambachtslieden daarvan.’

Omar heeft het aantal overnachtingen bij Universal aangesloten hotels de afgelopen jaren zien verdubbelen. Daarmee zijn nu alle hotels vol, zegt Omar, toch levert het nog niet genoeg geld op om het hotel in de oude stad af te bouwen. Voor een soft loan heeft Universal de Nederlandse ambassade inmiddels benaderd. Want de Jemenitische overheid, zegt Omar, ziet het belang van toerisme onvoldoende in.’Op papier wel, in daden niet. Als we deze lening niet rond krijgen, moeten we alles weer uitstellen.’

Universal heeft trouwens plannen voor heel Jemen. Ook buiten de grote steden, ook lokaal wil Omar gaan investeren. Niet te snel, want Jemen heeft de middeleeuwen nog maar net achter zich gelaten. ‘De verschillen tussen de Jemeniet en de toerist zijn nog erg groot. Het is beter de bevolking langzaam te laten wennen.’ Omar ziet weinig heil in Rodezeeoorden als in Egypte. Voorlopig, vindt Omar, moet het toerisme beperkt blijven tot de hoger opgeleide, cultureel geïnteresseerde reizigers van boven de vijfendertig.

Ecotoerisme, dat ziet Omar de komende jaren ook graag ontwikkeld. Jemen herbergt prachtige natuurgebieden. Zo is er het laatste bos van Arabie, Jebel Bura, vol bavianen en neushoornvogels. En Socotra, het eiland dat onder Jemen bungelt en unieke soorten herbergt, is onlangs uitgeroepen tot beschermd gebied. De streek Authma is dat lang geleden al. Veel heeft dat nog niet geholpen, weinigen trekken zich daar iets van aan, zegt Omar: ‘Als je ergens een weg aanlegt, staan er de volgende overal garages, winkeltjes en qatmarkten. We hebben daar hulp bij nodig, alleen kunnen we dat niet.’

Hoe
Naar Jemen vlieg je het voordeligst (ca €650) met TurkishAir via Istanbul. Royal Jordanian vliegt voor iets meer via Amman en Lufthansa voor veel meer via Frankfurt. Andere vluchten kennen nog meer tussenstops en overstappen. Een visum is op de luchthaven van Sana’a verkrijgbaar voor €50.

Slapen
Naast de vier en vijfsterrenhotels (tussen $50 en 150 per nacht) zijn er veel funduq’s en eenvoudige hotels ($5-$10 per nacht). Middenklasse hotels zijn helaas nog vrij dun gezaaid in Jemen.

Eten
Eten doe je in Jemen stevig en doorgaans heel snel. Kip, rijst en bonen is overal verkrijgbaar, maar waag je ook eens aan de salta (kokende kliekjes) en bint al sahn (honingbrood). ’s Ochtends eet je ful (bonen), heerlijk verse broodjes of oliebolletjes. Thee is alom tegenwoordig, koffie dun gezaaid. Wel qirsh, gemaakt van de koffieboonschillen.

Rondreizen
Binnenlands vervoer is in Jemen ruim voorradig. In Sana’a rijden tegenwoordig zelfs gele Hyundaitaxi’s met echte meters rond. Stap voor de lol ook eens in een minibusje. Regionaal vervoer gebeurt met lange Peugeoots die tot de laatste centimeter gevuld worden, voor comfort koop je dus twee plaatsen. Voor rond de zestig dollar per dag kan je ook een meerdaagse landcruiser met chauffeur huren. Het meeste gemak –maar minder avontuur- krijg je door een georganiseerde reis te boeken. Sawadee, Djoser en Koning Aap laten je in relatief kleine groepen Jemen zien voor tussen de €1200 (19 dagen) en €1900 (28 dagen).

Veilig?
Jemen is een veilig land, er is geen diefstal of geweld en de gastvrije mensen zullen de toerist graag voor onheil behoeden. Wel zijn de wegen vrij gevaarlijk en levert de enorme hoeveelheid wapens de nodige ongelukjes op. Reizen naar het noorden en het oosten is moeilijk, vanwege regionale opstanden rond Sada’a en opstandige stammen in de afgelegen provincies Jawf en rond Marib.

(artikel verscheen eerder (2007) in de Volkskrant/verleiding)

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie