Nooit meer verdwalen

Iedereen wil er een, maar eigenlijk levert een autonavigatiesysteem maar weinig waar voor je geld. Er zijn veelzijdiger gps’ sjes op de markt, voor elk wat wils. Voor veel outdoorplezier, ook indoors. En meestal van Garmin.
(1118 woorden)

Outdoor-gps
Een gps ontvangt radiosignalen van satellieten en legt daarmee je positie vast. In de praktijk verlegt een gps je horizon, omdat je veel minder bang bent te verdwalen. Daarnaast heeft een goede gps veel andere functies die het verblijf outdoor ook indoor leuk maken, zoals het vooraf uitstippelen van passende routes of achteraf bekijken waar je ook weer was op vakantie, al dan niet vanuit de lucht met google-earth. Het kost wel tijd achter laptop of PC, maar ben je geregeld buiten op stap, ga dan subiet over tot de aanschaf van een outdoor of handheld gps.

De keuze is minder moeilijk dan het lijkt. Er zijn eigenlijk maar twee goede merken over: Magellan en Garmin. Bij aankoop moet je wel een paar dingen onderscheiden: de nieuwste handhelds zijn voorzien van antennes met een nieuwe chip -de sirfstarIII- die de satellietsignalen een stuk beter ontvangt dan vroeger.

Verder is de keuze tussen een gps met of zonder kaart belangrijk. Zonder kaart is de gps goedkoper, kleiner en lichter, maar dan zie je op het scherm alleen je eigen spoor en eventueel vooraf ingeplande routepijltjes. Met kaart zie je ook in welk gebied je loopt. Overigens is het begrip kaart nogal breed. In het vaste geheugen van de gps zitten basiskaarten, met daarop de grote doorgaande wegen. Met verwisselbare geheugenkaartjes kan je topografische kaarten in de gps laden, waarop het land tot in kleinste detail te zien is.

Voor bergwandelaars is verder de keuze voor een ingebouwde hoogtemeter logisch. Marktleider binnen de handhelds is Garmin, topper is de 60CsX, een gebruiksvriendelijk en onverwoestbaar apparaat, ook geschikt voor fietsers, skaters en zelfs parachutespringers, maar er zijn ook goedkopere modellen (Vista, Legend). Kanovaarders en andere watersporters schaffen beter de 76CsX aan, want die drijft. De handhelds van Magellan (Explorist) zijn goede tweede, alleen is er minder kaartmateriaal voor beschikbaar. De betere handheld is overigens ook als navigatieapparaat in de auto te gebruiken, maar dan zonder gesproken woord.

Sport-gps
Een outdoor-gps geeft veel gegevens over snelheid en afstand, een serieuze duursporter heeft misschien nog meer aan een echte sport-gps. Een sport-gps is handzamer, hij gaat om de pols of rond het stuur. Hij heeft geen kaart als achtergrond, wel kan hij vooraf uitgestippelde of gedownloade routes aangeven met pijltjes op het scherm en geluidssignalen. Ook kan je de afgelegde route achteraf op de pc minutieus analyseren.

Sommige modellen leveren software mee om professionele trainingsprogramma’s in de gps te laden. Sportbonden werken momenteel aan een dienst waarbij trainingsschema’s en routes van topsporters via de gps zijn na te lopen, fietsen, skaten, varen en skiën. De duurdere sport-gps heeft ook een hartslagmeter.

Meest geschikt voor op de fiets is de Edge, terwijl hardlopers kiezen voor de Foretrex (meer navigatie) of de Forerunner (meer sport), allemaal van Garmin. Iets kleiner en handzamer zijn sporthorloges van Timex (T5C391) en Suunto (t3) die draadloos communiceren met een gps-ontvangertje rond het middel. Ze geven alleen geen route aanwijzingen, net als de kleine sport-gps’ jes van Navman.

Multifunctioneel gps
Een pda (personal digital assistant, zakcomputertje) kan ook uitgerust worden met gps ontvanger en software. Veel van de goedkopere navigatiesystemen voor in de auto zijn eigenlijk pda’s met gps functie, Tomtom is zo ook begonnen. Ze zijn vooral handig voor mensen die alle mogelijke functies (telefoon, notitieblok, agenda, gps, e-mail en internet) willen combineren in een enkel apparaat. In de praktijk leveren alle functies vanwege het gedeelde gebruik nogal in. Bovendien wordt het gebruik ingewikkelder; je moet door meerdere programma’s wandelen om bij de functie te komen die je wenst. Het combineren kost ook veel geheugen en vermogen: het werkt dus traag en kort. Mio is marktleider in deze categorie. Er zijn ook mobiele telefoons met gps-functie, maar dat zijn eigenlijk gewoon pda’s. En er is zelfs een apparaatje (top2move) dat van je mobiel een gps kan maken, maar dan ben je echt bezig het paard achter de wagen te spannen.

Auto-gps
Ook: navigatiesysteem, tomtommetje. Het zijn handige dingen, die de automobilist van a naar b brengen via gesproken richtingaanwijzingen vanuit een kleurenschermpje op het dashboard, of ingebouwd naast of in de radio. De omlooptijd van de meeste apparaten is kort, de nieuwe modellen vliegen ons om de oren. Via de nieuwste modellen kan je ook je telefoonverkeer handsfree laten verlopen. Bovendien hebben ze tegenwoordig een traffic message channel (TMC) dat filemeldingen ontvangt, waarna het apparaat zelf een alternatieve route kan samenstellen. In de praktijk is het nut van TMC beperkt, omdat de files vluchtig en alternatieve routes in Nederland nauwelijks aanwezig zijn.

Belangrijk verschil tussen de vele apparaten van evenzoveel fabrikanten zijn de rekenmodellen (algoritmes) waarmee ze de snelste of kortste route uitrekenen. Dat doen ze niet allemaal even handig, met soms onbegrijpelijke omwegen tot gevolg.

Een ander verschil zit ‘m in de leesbaarheid van de schermpjes bij fel zonlicht. Hoewel de autonavigatiesystemen veruit het grootse segment van de gps-markt innemen, bieden ze de koper eigenlijk maar een beperkt product. In vergelijking met de handhelds is de auto-gps een vrij dom, eigenwijs ding. Buiten de auto zijn ze bovendien niet goed te gebruiken, omdat de accu snel leeg raakt en ze niet erg handzaam, stevig en waterdicht zijn, uitgezonderd de Quest van Garmin. Er zijn wel waterdichte navigatiesystemen speciaal voor op de motor: Tomtomrider en Garmin Zumo.

Kaartmateriaal, gps-sites en accessoires
Even belangrijk als de gps-apparaten zelf, is het kaartmateriaal. Dat kan een gratis basiskaart zijn, maar ook een dure topografische kaart. Basiskaarten zijn er voor de hele wereld. Gedetailleerder wegenkaarten –gebruikt voor de autonavigatiesystemen- strekken elk jaar iets verder oostwaarts, de verste momenteel tot net voorbij Tsjechië. Updates van deze kaarten –vooral stedelijke wegenpatronen veranderen snel- zijn tegen meerprijs verkrijbaar.

Topografische kaarten –met ook wandelpaden- zijn slechts beschikbaar voor West-Europa (en de VS). Probleem twee van kaartmateriaal is de onderlinge verwisselbaarheid. Fabrikanten leveren het kaartmateriaal gecodeerd mee, zodat ze vaak alleen te gebruiken zijn in de apparaten van die ene fabrikant. Het coderen bemoeilijkt ook het uitwisselen van routegegevens, hoewel er software bestaat (gps-babel, easygps) dat die gegevens kan vertalen.

Op het internet zijn inmiddels vele wandel, fiets, skate en kanoroutes te vinden (gpstracks.nl, gps-tour.info). Voor de provincies Utrecht en Zuid-Holland en de stad Amsterdam bestaan fietsrouteplanners (zie fietsersbond.nl) waarmee je je eigen routes kunt samenstellen en downloaden naar je gps. Via onroute.nl kunnen motorrijders een programma kopen dat pittoresker routes samenstelt dan navigatiesystemen doen. Voor een solide bevestiging van je gps op jezelf of any vervoermiddel, en voor andere accessoires bezoek je het best gps-specialist Waypoint (waypoint.nl).

(eerder in Volkskrant/aanschaf 7/10/06)

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie