In de War

In het dorp waar ik woon is ophef over de bouw van een moskee. Om de lieve vrede te bewaren is afgezien van een minaret, en al helemaal van een luidsprekertje erop.

Persoonlijk vind ik dat jammer, ik houd wel van het zangerige lied dat ons in Hoog Arabisch op de vergankelijkheid der dingen wijst. Maar ik geloof dat ik daarin een eenling ben.

Wie regelmatig door islamitische landen reist weet dat het met de gebedsoproepen tegenwoordig slordig gesteld is. Niet alleen in tijd en regelmaat, ook in de uitvoering sluipen vreemde onzorgvuldigheden.

In Jemen -waar ik regelmatig kom- houdt men zich nog strak aan tijd en vorm. Daar is de samenzang van de tientallen muezzins voor de liefhebber een waar luistergenot. Vooral ’s nachts in de hoofdstad Sanaa, wanneer rond vieren het bed even verlaten wordt en vanaf het dak van een van die hoge huizen de herkomst gezocht wordt van die ene allerzuiverste, goed articulerende muezzin in een oranje zee van lichtjes, voel je je heerlijk ver van huis.

In Tunesië daarentegen is soberheid troef. Zelfs in de religieuze hoofdstad Kairouan maakt de muezzin zich er met een jantje-van-leiden vanaf. Een, hooguit twee keer per dag een kort gemurmelde boodschap, dat was het dan.

Dat de gebedsoproep ook kan verzanden in langdurig gejengel zal menigeen kunnen beamen. Meer dan eens is het geen muezzin, maar een versleten bandje dat via stoffige speakertjes met meetrillende schroefjes over de daken schalt. In de Algerijnse film Bab al Oued snijdt een hevig gefrustreerde jongeman de snoertjes door van zo’n setje. Dat komt hem later duur te staan als hij door de bebaarden wordt afgetuigd.

In Cairo, lees ik zojuist in de krant, gaat de overheid optreden tegen muezzins met al te grote geldingsdrang, want die verloederen slechts de islam.

In Indonesië merkte ik onlangs hoe erg ook dat land in de war is. Misschien omdat het ver van de bron vandaan gelegen is, maar ik zag dingen die niet door de islamitische beugel kunnen. Vooral in het Oost-Java van president Gus Dur werd onze reis met grote regelmaat verstoord door plotselinge afbakeningen op de weg.

Mannetjes met vlaggen leken te wijzen op een gat in de weg, terwijl vanaf een platformpje in de berm iemand door een luidspreker zeurde om donaties, bedoeld om het daarachter gelegen moskeetje af te kunnen bouwen. De vlagmannetjes dirigeerden al het verkeer vervolgens door een haag van visnetjes die door de gelovigen uitnodigend op en neer bewogen werden.

Vanuit het autoraam kon je daar wat biljetjes in mikken. Onder de geldvissers werd daarbij flink geduwd, wat bij mij het vermoeden van een aardige commissie versterkte. Volgens mijn Indonesische reisgenoot waren het allemaal gekken. Vroeger, zei hij, onder Suharto en later onder Habibie, mocht zoiets niet. Maar sinds Gus Dur de scepter zwaaide lieten zijn volgelingen niet na om overal naar geld te hengelen. Ik kon er nog om lachen. En als het regende was de weg weer heerlijk schoon.

Minder grappig vond ik een moskee in het West-Javaanse Garut. Misschien omdat ik sliep in het hotel waar doorgaans slechts gehate overheidsdienaren congresseerden, maar wat deze muezzin klaarspeelde grensde aan godslastering. Op volkomen willekeurige momenten deed hij zijn speakertje aan om uren achter elkaar een soep van woorden over de buurt uit te storten. De eerste zinnen leken in de verte nog op een slecht gearticuleerde en vals gezongen gebedsoproep. Later las hij gewoon lesjes voor, op de achtergrond jengelde een koortje kindertjes mee. In het hotel schoven ze dan maar het volume van de televisie op voluit. Urenlang boden televisie en moskee vervolgens tegen elkaar op.

Mijn broer haalde ooit de voorpagina van het Algemeen Dagblad toen hij samen met een vriendje de klepel van de naastgelegen kerk had vastgebonden aan de klok. Een volle zondag rust werd zijn deel. Misschien moet ik hem een keer samen met die Algerijnse jongen naar Garut sturen.

Column verscheen eerder op achterpagina NRC Handelsblad (op 17 juli 2001)
Beeld is van de moskee van het verder onder het zand verdwenen oud-Chinguetti, Mauritanië 

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie