Gezonde gezinnetjes

De bevolking van Jemen is een van de snelst groeiende ter wereld. Ministers en imams roepen op tot matiging, maar de sleutel ligt in handen van jonge dorpsvrouwen, bewijst de praktijk. Als gezondheidswerkers verhogen zij de medische standaard en wijzen en passant op de voordelen van minder kinderen.
(Uit: Internationale Samenwerking 2006/ 1977 woorden)

Ali rijdt dagelijks toeristen rond door Jemen. Hij heeft twee kinderen en vindt dat wel genoeg. Vanavond bijvoorbeeld viert hij de bruiloft van een vriend. Vriends vader betaalt. Mettertijd –weet Ali- zal hij de bruiloft van zijn kinderen ook moeten betalen. ‘Weet je wel wat een bruiloft kost,’ vraagt hij opgewonden: ‘Anderhalf miljoen riyaal, meer dan zevenduizend dollar! Kinderen zijn duur!’

De vraag hoe Ali en zijn vrouw hun derde kind voorkomen, baart een korte stilte. Een Jemeniet vraagt nimmer naar vrouwenzaken, zelfs niet aan zijn beste vriend. Komend uit de mond van een westerse journalist is dat een andere zaak. Bovendien is Ali een moderne stadsjongen uit Sana’a. ‘Condooms,’ luidt het antwoord zakelijk.

ymn-healthclinicrada photo by Nico ta Laak
Birthcontrolfolder, Health Clinic, Rada, Yemen Photo by Nico te Laak

Maar Ali is een uitzondering. Voorbehoedsmiddelen vinden via ziekenhuizen, klinieken, ngo’s en de private sector weliswaar steeds beter hun weg in Jemen, toch maakt slechts een op de vier echtparen er gebruik van. Dat zijn vooral stedelingen, het platteland –en dat is driekwart van Jemen- heeft maar mondjesmaat kennis van en toegang tot voorbehoedsmiddelen.

Als er één land lijdt onder ongeremde bevolkingsgroei dan is het Jemen wel. De afgelopen twintig jaar is de bevolking in aantal verdubbeld. De komende vijfentwintig jaar staat het land een nieuwe verdubbeling te wachten; in 2030 zal Jemen zo’n veertig miljoen inwoners tellen. Al die mensen doen een beroep op de toch al schaarse voorzieningen. Betaald werk is er nu al veel te weinig. Het water is bijna op. De olie-inkomsten –die veel problemen hebben gebufferd de laatste jaren- zijn over hun hoogtepunt heen.

De noodzaak van geboortebeperking wordt in Jemen door iedereen onderkend. Vanuit de overheid regent het campagnes, als onderdeel van de ‘reproductive health strategy’, een vijfjarenplan van de overheid. De samenwerking met donoren is goed; donoren leveren de voorbehoedsmiddelen, Jemen verspreid ze over een groeiend aantal ziekenhuizen en klinieken. Ook is de wetgeving aangepast. Zo is de wettelijke huwelijksleeftijd –na een Nederlands pleidooi- verhoogt van zestien naar achttien jaar.

ymn-qadi-in-hamar photo by Nico te Laak
Mohammad Al Aqwa, imam in Dhamar, Yemen photo by Nico te Laak

President Ali Abdallah Saleh en zijn ministers roepen op tot matiging bij gezinsuitbreiding, net als veel religieuze leiders. Toch blijven veel dorpsbewoners verstoken van de boodschap. Vaak is dat omdat ze fysiek moeilijk bereikbaar zijn. Soms ook omdat traditie anders voortschrijft.

De imams in Dhamar –een rumoerig stadje in het midden des lands- laten er in hun preken geen twijfel over bestaan, zegt Mohamed Al Aqwa, een frêle gestalte die de overige imams en qadi’s -opgetrommeld voor de Nederlandse donoren- met omzichtig respect aanhoren. ‘We brengen er decreten over uit. We bezoeken workshops van de overheid. We hebben een boekje voor alle predikers, om de juiste informatie verder te verspreiden.’ Want sommige zelfbenoemde plattelandsimams weten nog niet dat de islam geboortebeperking geen strobreed in de weg legt.

Aanknopingspunten genoeg in de koran, zegt Mohamed Dadi: ‘De koran zegt dat elk kind twee jaar borstvoeding moet krijgen. Dat zorgt ervoor dat de moeder een tijdje geen kind kan krijgen. Er is een overlevering van de profeet Mohammed dat stelt dat de gemeenschap afgebroken mag worden voor de zaadlozing. Bovendien is abortus geoorloofd.’

Zijn collega-qadi Mohammed Abd Al Gulaibi voegt nog een belangrijk religieus argument toe: ‘Iedereen heeft het recht op reproductie, zolang je tenminste je kinderen kan onderhouden. Anders ben je zondig. In deze tijden –velen hebben het arm- ligt het hebben van veel kinderen niet voor de hand. De mensen moeten zich daarom beheersen. Dat vertellen wij hen’. Een laatste Hollandse vraag betreft het aantal kinderen van de qadi’s zelf, maar die wordt vriendelijk weggewuifd. ‘Thank you,’ zeggen de qadi’s nog wel beleefd, voordat ze vertrekken.

ymn-healthworkers photo by Nico ta Laak
Healthworkers get educated, Sanaa, Yemen photo by Nico te Laak

In de geboortekliniek van Dhamar –opgezet met Nederlandse hulp- wordt de daad wel bij het woord gevoegd. Dagelijks komen tientallen vrouwen hier voorbehoedsmiddelen halen. Als de wachter de poort opent, klingelt hij meteen de bel: mannelijk bezoek! Sluiers vallen voor alle gezichten. Het zwart van de kleding contrasteer sterk met de witte tegels van het gebouw, dat een onjemenitische rust, regelmaat en reinheid uitstraalt.

Net als de cliënten is ook het medisch personeel -te herkennen aan de stukken wit tussen het uitbundige zwart- louter vrouw. Mannen wachten lijdzaam buiten de poort, onder een lange prijslijst. Een condoom kost zes riyaals (€0,15), een spiraaltje zestig, ongeveer de helft van de commerciële prijs en voor iedereen te betalen.

Populairst, zegt directeur Nabila al Fakih, is de spiraal- zevenduizend plaatste de kliniek er vorig jaar- gevolgd door de pil. De groei zit er stevig in, ook omdat bij geboortebeperkingszaken niet langer de toestemming van de man nodig is. Saliha –leeftijd ook bij haar onbekend- zit net in de consultatieruimte, waar ze uitvoerige voorlichting ontvangt. Ze heeft de pil gekozen, zegt ze bedeesd vanachter haar sluier. Het is het tijd voor wat rust in de baarmoeder, na in korte tijd en met enige moeite twee kinderen te hebben gebaard. ‘Uiteindelijk wil ik nog twee kinderen. Tenzij mijn man meer wil.’

Een ruimte verder worden implantaten ingebracht. De verpleegkundige laat de pakjes zien: Norplant, van de Duitse anticonceptiefarmaceut Schering. De specialist die de implantaten inbrengt –de enige man die hier werkt- is beroemd tot ver buiten Dhamar. Helemaal uit hoofdstad Sana’a komen ze tegenwoordig naar Dhamar, omdat er in Sana’a onlangs iets mis schijnt te zijn gegaan met een implantaat, zegt Al Fakih. Daarvoor ging iedereen juist naar Sana’a, omdat het geruchtencircuit in de zuidelijke stad Taiz een sterfgeval relateerde met een implantaat.

Bij ons, zegt directeur Al Fakih, krijg je eerst uitvoerige voorlichting, want een implantaat is ingrijpend en kan met veel bijwerkingen gepaard gaan. Toch groeien de implantaten in populariteit, bijna vijfhonderd vrouwen zijn er afgelopen jaar mee geholpen. De redenen liggen voor de hand: met een relatief goedkope behandeling ben je voor vijf jaar klaar. Vooral voor vrouwen op het platteland is dat een uitkomst. Zij kunnen niet zomaar naar een kliniek om de voorraad pillen of condooms aan te vullen, want het platteland van Jemen is verre van plat. Huizen bouwen de Jemenieten bij voorkeur op kliffen van de eindeloze bergen, waar alleen karrensporen vol kuilen heen leiden.

Neem Umm Said, die op een bankje voor de consultatieruimte in Dhamar zit te wachten. Hoe oud ze is weet ze niet, wel dat ze twee van haar vier baby’s heeft verloren. Allebei aan diarree. Een ziekte die niet tot de dood hoeft te leiden, tenzij je ver weg woont van schoon water en geneesmiddelen, zoals Umm Said, die vanachter haar sluier zucht: ‘Hayaa, zo is het leven.’ In Jemen sterft nog steeds een op de tien kinderen voor het vijfde levensjaar. Jemen was lange tijd ook een van de landen met het hoogste moedersterfte ter wereld.

Dat cijfer is in korte tijd teruggebracht van 1,4% naar 0,36%, dankzij vroedvrouwen als Rabiha Al Assadi. Rabiha was ooit de allereerste vroedvrouw in Dhamar. Willemijn heette de Nederlandse vroedvrouw die haar in de tachtiger jaren het vak heeft geleerd, weet Rabiha nog.

Vijfentwintig jaar al begeleidt ze sindsdien twee geboortes per dag, tot op de dag van vandaag. Rabiha is beroemd in de hele regio. ‘Er waren van oudsher ’tantes’ die hielpen bij geboortes. Maar die gingen onhygiënisch te werk en waren vaak te laat. Ik bied veel meer. En ik volg de vrouwen in hun zwangerschap, zodat ze bijtijds naar een ziekenhuis kunnen, mocht dat nodig zijn.’

Naar het voorbeeld van Rabiha worden jonge vrouwen uit de rurale gebieden naar Dhamar gehaald, waar ze een opleiding tot gezondheidswerker volgen, gefinancierd door Nederland. De focus ligt op geboortebegeleiding én- beperking. In een van de lokaaltjes van het opleidingscentrum zitten twintig witgesluierde meisjes rond een rollenspel waarin een vrouw kermend het leven laat, tezamen met haar baby.

Geen fictie, zegt Saliha (20), een van de cursisten: ‘Uit het leven gegrepen. De baby van een tante van mij lag ook verkeerd. Ze haalde het ziekenhuis niet. Beide stierven. Met wat ik nu weet had ik hen kunnen redden.’

Na de cursus gaan de vrouwen –geselecteerd op grond van cijferlijst en herkomstgebied- terug naar hun dorpen in de bergen. Een volle baan als vroedvrouw of kraamhulp is voor weinigen weggelegd. Wel zal het de vrouwen welkome bijverdiensten opleveren. En, veel belangrijker: het geeft de rest van het dorp eindelijk toegang tot zorg.

Zoals in de healthunit van Bani Salamah, waar de dorpjes spectaculair aan de bergtoppen hangen. Het centrum bedient vijfduizend mensen verspreid over veertig dorpjes, de verste op twee uur lopen. De gezondheidswerkers leggen een dag per week huisbezoeken af. Hun invloed is groot, laten ze doorschemeren.

De leeftijd waarop een vrouw haar eerste kind baart is in korte tijd gestegen van 14 naar 18. Of neem Fatima Hussein Rayah, moeder van vier kinderen. Fatima leed al jaren aan bloedarmoede. Bij de laatste bevalling kreeg ze ook nog eens typhus. Op advies van de gezondheidswerkers heeft zij zich nu laten steriliseren. ‘We hebben haar gezegd dat het beter was om te stoppen.’

De invloed van de plaatselijke gezondheidswerkers mag groot zijn, ze zijn nog steeds te gering in aantal om de door de VN vastgestelde millenniumdoelen te halen. De inzet van de Jemenitische overheid laat te wensen over, vinden donoren, hoewel de nieuwe minister van gezondheid en bevolking zich hard lijkt te maken voor meer geld en inzet. Maar ook dan liggen oplossingen niet voor de hand, de doelgroep is eenvoudigweg moeilijk bereikbaar. Vandaar dat de donoren zwaar blijven inzetten op het opleiden van gezondheidswerkers, die in veel gevallen de sleutel tot de oplossing zijn.

Zo ook in het Shamsan health center –een uurtje oostwaarts vanaf Dhamar. De kliniek bedient vele omliggende dorpen, waarvan de meeste slechts te voet of met terreinwagens bereikbaar zijn. Aan de muur van de verloskamer hangt een plaatje van twee gezinnen; het een telt vier gezonde, gelukkige koters, het ander zeven vuile, wanordelijke kinderen. Vroedvrouwen Nadiya Natahar Alwadi (23) en Ruwaya Mohamed Abdallah (26) doen elkaars thuisbevallingen, naast die van de rest van het dorp.

Zwangere vrouwen van verder weg wordt gevraagd naar de kliniek te komen, vanwege de faciliteiten. ‘Hier hebben we sinds kort zuurstof, een zuigpomp en steriele instrumenten. Dat heeft zeker al een aantal levens gered,’ zegt Nadiya, die regelmatig de dorpjes op loopafstand van minder dan een uur bezoekt. ‘Als daar een geboorte plaatsvindt, maken we er een happening van. Dan nodigen we het hele dorp uit en wijzen hen nog eens op de mogelijkheden van geboortebeperking.’

Ruwaya laat een folder zien met daarin illustraties van gelukkige gezinnetjes, naast veel anatomie, zelfs van de geslachtsdelen. Bij Ruwaya en Nadiya in Shamsan kunnen de mensen vervolgens de pillen en condooms halen, of een injectie krijgen die hen drie maanden beschermd. ‘Naar ons luisteren ze heel goed. Omdat we van hier komen.’

Jemen is een land dat van ver gekomen is, maar op het gebied van volksgezondheid nog een lange weg te gaan heeft. De bevolking groeit momenteel met dat was vijftien jaar geleden nog 3,7%. Ter vergelijking, in Nederland is dat 0,3%. Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw in Jemen is in dertig jaar gezakt van 8,6 naar 6,2, in Nederland is dat 2,1. De moedersterfte is gedaald van 1,4 % naar 0,36% en de kindersterfte (overlijden voor het 5e jaar) van 14% naar 10%.

Bij ongeveer eenderde van de geboorten is tegenwoordig deskundige assistentie aanwezig, mede als gevolg van de tweeduizend door Nederland opgeleide vroedvrouwen. Het gebruik van voorbehoedsmiddelen is in tien jaar gestegen van 10 naar 23%, in Nederland is dat 79%.De stadsbevolking heeft vrij ruim (87%) toegang tot medische voorzieningen, op het platteland blijft dat cijfer staan op 33%. In de regio Dhamar –waar de Nederlandse hulp op het gebied van gezondheidszorg van oudsher is geconcentreerd- zijn de resultaten van de hulp het meest bemoedigend. Over geheel Jemen is ook sprake van vooruitgang, maar of de millenniumdoelen worden gehaald is uiterst onzeker. Deskundigen menen dat het daarvoor lang niet hard genoeg gaat.

______________

Waardeer dit artikel!!

Bovenstaand stukje werd je gratis aangeboden. Als je dat waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

NB: Zonder kosten, elke cent komt in het journalistenbeursje
Naar doneren, veilig en in twee kliks. Thnx!

Geef een reactie